Operation Manual
6. Programmeerbare functies
37
6 Progra mmeerbare fun ctiesOverzi cht van funct ies
6.1 Programmeren
1
Druk op
{
MENU
}
.
2
Druk op
{#}
en de 2-cijferige code (pagina 38 t/m pagina 42).
3
Druk op de gewenste directe selectie voor het weergeven van
de gewenste instelling.
L
Deze stap varieert per functie.
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Klik op
{
MENU
}
om af te sluiten.
Functies selecteren via de navigatietoets
U kunt functies selecteren via de navigatietoets in plaats van direct
de programmacode in te voeren (# en een 2-cijferig nummer).
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Selecteer de functie die u wilt programmeren.
Basisfuncties
Druk op
{
<
}
of
{
>
}
tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
Geavanceerde functies
Druk meerdere keren op
{
<
}
of
{
>
}
om
“
ADVANCE
SETTINGS
”
weer te geven, en druk vervolgens op
{
SET
}
.
Druk op
{
<
}
of
{
>
}
tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
3.
Druk op
{A}
of
{B}
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
L
Deze stap varieert per functie.
4.
Druk op
{
SET
}
.
L
De geselecteerde instelling is afgerond en de volgende
functie wordt weergegeven.
5.
Als u met programmeren wilt stoppen, drukt u op
{
MENU
}
.
Opmerking:
L
Als u met programmeren wilt stoppen, kunt u op elk moment
op
{
MENU
}
drukken.
{SET}
{<}{>}{A}{B} {MENU}
FL401BL-PFQX2650ZA-nl.book Page 37 Tuesday, July 11, 2006 11:07 AM