Operation Manual

Voor optimale prestaties
Omgeving
R Installeer het product niet in de buurt van warmtebronnen en apparaten die elektrische ruis genereren zoals
fluorescerende lampen, motoren en televisies. Deze ruisbronnen kunnen de werking van het product verstoren.
R Plaats het product niet in ruimtes waar de temperatuur lager is dan 0 °C (32 °F) of hoger dan 40 °C (104 °F).
R Houd een ruimte van 10 cm (3–15/16 in) vri
j rondom het product, zodat het afdoende geventileerd wordt.
R Plaats het product niet in omgevingen met veel rook, stof, vocht, mechanische trillingen of schokken of in direct
zonlicht.
R Het apparaat is ontworpen voor installatie en gebruik in gecontroleerde omgevingstemperaturen en
luchtvochtigheid.
Normaal onderhoud
R Verwijder de AC adapter uit het stopcontact en koppel de ethernetkabel los voordat u
het apparaat schoonmaakt.
R Neem het product af met een zachte doek.
R Maak het product niet schoon met schuurmiddelen of met chemische oplosmiddelen zoals wasbenzine of thinner.
R Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of reinigingsmiddelen uit spuitbussen.
R Maak de oplader regelmatig schoon.
Plaatsing
R Plaats geen zware voorwerpen op het product.
R Zorg ervoor dat er geen voorwerpen op het product kunne
n vallen, of er vloeistoffen op of in kunnen morsen.
R Plaats de oplader op een vlakke ondergrond.
Optionele apparatuur
R Een KX-HDV20 (20 Toetsen Uitbreidingsmodule) kan bij het product worden gebruikt.
R De KX-HDV20 kan alleen worden gebruikt wanneer het product op een optionele AC adapter is aangesloten, en
niet wanneer het product stroom krijgt via Power-over-Ethernet (PoE).
R Er kunnen maximaal 5 KX-HD
V20 units worden aangesloten op het product.
Als u het product echter aan een muur bevestigt, kan er slechts één KX-HDV20 unit worden aangesloten op de
KX-HDV230. Als u twee of meer KX-HDV20 units wilt gebruiken, bevestig deze dan na elkaar, niet gekoppeld aan
de hoofdunit.
6
Belangrijke informatie