Operation Manual

Via het Inkomend gesprekslog
1. Druk op [ ] of [ ].
2. Druk op [ ] of [ ] om een item in het inkomend gesprekslog te selecteren, en druk vervolgens op .
3. Spreek.
Met de Groepslog
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Druk op .
4. Kies een ICD-groepsextensienummer en druk vervolgens op .
5. Druk op [ ] of [ ] om een item in het groepslog te selectere en druk vervolgens op .
6. Spreek.
Met het Handset-telefoonboek
*1
1. Druk op .
2. Voer een naam in.
*2
3. Druk op .
4. Selecteer een contact in het telefoonboek, en druk daarna op .
5. Spreek.
*1 Zie Blz. 48 voor informatie over het opslaan van een contact in het telefoonboek.
Zie Blz. 52 voor uitleg over het zoeken van contacten in het telefoonboek.
*2 Deze stap kan worden overgeslagen.
Met het systeemtelefoonboek van de PBX
*1*2
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Voer een naam in.
*3
4. Druk op .
5. Selecteer een contact dat is opgeslagen in het telefoonboek, en druk daarna op .
6. Spreek.
*1 Als u een nummer kiest via het systeemtelefoonboek van de PBX wordt de naam van de gebelde partij niet
opgeslagen in het Uitgaand gesprekslog. Om zowel de naam als het nummer te registreren, moet u het item
naar het handset-telefoonboek kopiƫren voordat u het nummer kiest. Zie Blz. 50.
*2 Zie Blz. 50 voor informatie over het opslaan van een contact in het telefoonboek.
Zie Blz. 52 voor uitleg over het zoeken van contacten in het telefoonboek.
*3 Deze stap kan worden overgeslagen.
Met het telefoonboek van PBX-extensie
*1
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Druk op .
4. Voer een naam in.
*2
5. Druk op .
6. Selecteer een contact dat is opgeslagen in het telefoonboek, en druk daarna op .
7. Spreek.
36
Bedieningsfunkties