Operation Manual

7. Druk op .
*1
Druk op om elke invoer te bevestigen. (naam: max. 24 tekens/telefoonnummer: max. 32 cijfers)
R Als u een extern telefoonnummer opslaat, wordt de netlijn-toegangscode automatisch opgeslagen. De
netlijn-toegangscode moet gelijk zijn aan de instelling voor "Netlijncode" van de handset. Zie "Overige opties" op
Blz. 72.
Gegevens opslaan vanuit het systeemtelefoonboek van de PBX
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Voer een naam in.
*1
4. Druk op .
5. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste contact te selecteren, indien vereist.
6. Druk op .
7. Druk op [ ] of [ ] om "Tel.boek opslaan" te selecteren.
8. Druk op .
9. Voer een naam en telefoonnummer in en selecteer de nummer van de categorie (1–9) of "UIT".
*2
10. Druk op .
*1 Deze stap kan worden overgeslagen.
*2
Druk op om elke invoer te bevestigen. (naam: max. 24 tekens/telefoonnummer: max. 32 cijfers)
R Zie Blz. 52 voor uitleg over het zoeken van contacten in het telefoonboek.
Gegevens opslaan vanuit het telefoonboek voor interne toestellen van de PBX
1. Druk op .
2. Druk op .
3. Druk op .
4. Voer een naam in.
*1
5. Druk op .
6. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste contact te selecteren, indien vereist.
7. Druk op .
8. Druk op [ ] of [ ] om "Tel.boek opslaan" te selecteren.
9. Druk op .
10. Voer een naam en telefoonnummer in en selecteer de nummer van de categorie (1–9) of "UIT".
*2
11. Druk op .
*1 Deze stap kan worden overgeslagen.
*2
Druk op om elke invoer te bevestigen. (naam: max. 24 tekens/telefoonnummer: max. 32 cijfers)
R Zie Blz. 52 voor uitleg over het zoeken van contacten in het telefoonboek.
Bewerken van namen van categorieën
1. Druk op .
2. Selecteer "Handset instel." met behulp van de pijltjestoetsen, druk daarna op .
3. Selecteer "Display opties" met behulp van de pijltjestoetsen, druk daarna op .
4. Selecteer "Categorie naam" met behulp van de pijltjestoetsen, druk daarna op .
50
Gebruik van het handset-telefoonboek