Operation Manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Tijdens een stroomsto-
ring functioneert de
handset niet.
De handset functioneert niet tijdens
een stroomstoring, omdat het CS dan
geen radiosignalen uitzendt.
De headset functioneert
niet.
U hoort geen headsettoon als u ge-
beld wordt, terwijl de headset wel is
aangesloten.
R Zorg ervoor dat de headsettoon is in-
gesteld op "AAN". Zie "Inkomend op-
ties" op Blz. 65.
R Alleen KX-TCA185/KX-TCA285: Zorg
ervoor dat de headset goed is aange-
sloten. Zie "Het bedieningspaneel" op
Blz. 17.
U hoort vaak ruis tijdens
een gesprek.
U bevindt zich in de buurt van elektri-
sche apparatuur die interferentie ver-
oorzaakt, of de afstand tot het CS is
te groot.
R Plaats de handset en het CS verder
weg van elektrische apparatuur.
R Ga dichter bij het CS staan.
Tijdens een gesprek
hoort u twee korte piep-
jes.
Het radiosignaal is te zwak. Ga dichter bij het CS staan.
De batterijsterkte-indica-
tor is rood en knippert
snel.
De oplader is niet juist aangesloten. R Controleer of de batterijen juist zijn ge-
plaatst.
R Controleer of de handset juist in de
oplader is geplaatst.
R Neem contact op met uw dealer.
U hebt de batterij van
KX-TCA285/KX-TCA385
gedurende 3 uur opgela-
den of de batterijen van
KX-TCA185 gedurende 7
uur, maar de pieptonen
weerklinken en
(moet worden opgela-
den) knippert na enkele
telefoongesprekken.
De oplaadcontacten zijn misschien
vuil.
Maak de oplaadcontacten schoon (pas
op voor beschadigingen) en laad op-
nieuw op.
De batterij/batterijen moeten worden
vervangen.
Vervang de batterijen door nieuwe.
De handset en wissel-
stroomadapter voelen
warm aan tijdens het op-
laden van de batterij.
Dit is normaal.
"Geen service" wordt
weergegeven en piepto-
nen weerklinken.
De handset is buiten bereik. Ga dichter bij het CS staan of probeer
het later opnieuw.
Het CS of de PBX is buiten dienst. Neem contact op met uw dealer.
De LED-indicator knip-
pert snel tijdens het opla-
den van de batterij, maar
de handset geeft geen
pieptonen.
De batterij is te warm geworden. Controleer of de omgevingstemperatuur
tussen 5 °C en 40 °C ligt, haal de hand-
set uit de oplader en wacht tot de batte-
rij is afgekoeld. Plaats de handset vervol-
gens weer in de oplader.
85
Appendix