Operating Instructions

6.8 Apparaat samen met
antwoordapparaat gebruiken
6.8.1 Het apparaat en een antwoordapparaat
installeren
1 Sluit het antwoordapparaat aan (A).
R Het antwoordapparaat wordt niet bijgeleverd. De
afbeelding is slechts een voorbeeld.
R Verwijder, indien gemonteerd, het afdekplaatje (B).
B
*1
A
*2
*3
A
A
Naar één
telefoonlijn
Naar één
telefoonlijn
* Het afgebeelde model is de KX-MB1520.
*1
Voor KX-MB1520G/KX-MB1520JT/KX-MB1520NL/
KX-MB1520SL/KX-MB1520SP/KX-MB1530G/
KX-MB1530JT/KX-MB1530NL/KX-MB1530SL/
KX-MB1530SP
*2
Voor KX-MB1520FR/KX-MB1530FR
*3
Voor KX-MB1520BL/KX-MB1530BL
2 Stel het aantal beltonen voor het antwoordapparaat in op
4 of minder.
R Zo kan het antwoordapparaat de oproep als eerste
aannemen.
3 Spreek een begroeting in op het antwoordapparaat.
R Wij raden aan de boodschap niet langer te maken dan
10 seconden. Laat in de boodschap ook geen pauze
vallen van meer dan 4 seconden. Anders functioneren
beide apparaten niet goed.
4 Zet het antwoordapparaat aan.
5 Zet het apparaat in de gewenste ontvangstmodus
(pagina 45).
R Als u FAX ONLY instelt, moet u het aantal
belsignalen voor FAX ONLY instellen op meer dan
4 (functie #210 op pagina 56).
6 Zorg ervoor dat de volgende gegevens uniek zijn:
de externe toegangscode voor het antwoordapparaat
de faxactiveringscode (functie #434 op pagina 62)
Opmerking:
R Als de oproep een gesprek is, wordt automatisch door het
antwoordapparaat een bericht opgenomen.
Als de oproep een fax is, wordt deze automatisch
ontvangen.
R Voor de afstandsbedieningscode van het
antwoordapparaat raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van
het antwoordapparaat.
Een gesproken bericht en een fax ontvangen in één oproep
De beller kan in één oproep een bericht inspreken en een fax
verzenden. Geef de beller eerst aanwijzingen over de juiste
werkwijze.
1. De beller belt naar uw apparaat.
R Het antwoordapparaat beantwoordt de oproep.
2. De beller kan een bericht inspreken na de begroeting.
3. De beller drukt op MGN MBN M9N (de voorgeselecteerde
activeringscode voor de fax).
R Het apparaat activeert de faxfunctie.
4. De beller drukt op de starttoets van zijn apparaat om het
document te verzenden.
Opmerking:
R Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u ervoor
zorgen dat externe faxactivering is ingeschakeld (functie
#434 op pagina 62). De faxactiveringscode kan ook
worden gewijzigd.
R Als er geen geheugenruimte in het antwoordapparaat over
is, kan het apparaat misschien geen documenten meer
ontvangen. Zie de handleiding van het antwoordapparaat
en wis onnodige berichten.
6.9 Ontvangstpolling (faxen op
andere faxmachines ophalen)
Met deze functie haalt u documenten op vanaf andere,
compatibele apparaten. U betaalt dus voor de verbinding.
R Zorg ervoor dat het andere toestel klaar is voor uw oproep.
R Zorg dat er geen documenten zijn ingevoerd in de
automatische documentinvoer van het apparaat (alleen
KX-MB1530).
48
6. Fax (alleen KX-MB1520/KX-MB1530)