Operating Instructions

Functie/code Selectie
Belsignaal van faxapparaat dat
geen faxtoon uitzendt wijzigen
MBNM4NM3NM6N
Het aantal keer wijzigen dat het apparaat in TEL/FAX-modus overgaat.
M3N 3 (standaard)
M4N 4
M5N 5
M6N 6
M7N 7
M8N 8
M9N 9
Opmerking:
R Zie pagina 43 voor meer informatie.
Waarschuwing instellen voor
ontvangen in geheugen
MBNM4NM3NM7N
Voor een pieptoon als een ontvangen document in het geheugen is opgeslagen.
M0N UIT: Schakelt deze functie uit.
M1N AAN (standaard): U hoort een pieptoon.
Opmerking:
R Als documenten in het geheugen worden opgeslagen als gevolg van een probleem,
blijft de pieptoon hoorbaar totdat het probleem is opgelost. Als een melding wordt
weergegeven, zie dan pagina 66 tot pagina 67 voor instructies over het afdrukken
van opgeslagen documenten. Zorg ervoor dat er voldoende papier het apparaat zit
om de opgeslagen documenten te kunnen afdrukken.
Vriendelijke ontvangst instellen
MBNM4NM3NM8N
Voor het automatisch ontvangen van faxen als u opneemt en een faxtoon hoort (lang-
zame pieptoon).
M0N UIT: U moet op MStartN en vervolgens op M2N drukken voor ontvangst van faxen.
M1N AAN (standaard): U hoeft niet om MStartN en vervolgens op M2N te drukken voor
ontvangst van faxen.
Een fax op de computer ontvan-
gen
MBNM4NM4NM2N
Als u faxen wilt ontvangen op de computer, activeert u deze functie en selecteert u [PC
FAX] in Multi-Function Station.
M0N UIT: Schakelt deze functie uit.
M1N ALTIJD: Als de verbinding naar de computer wordt herkend door het apparaat,
worden ontvangen documenten naar de computer verzonden. Als de verbinding niet
wordt herkend, worden ontvangen documenten in het geheugen opgeslagen en de ge-
gevens verzonden nadat de verbinding is herkend.
M2N VERBONDEN (standaard): Als de verbinding naar de computer wordt herkend door
het apparaat, worden ontvangen documenten naar de computer verzonden. Als de ver-
binding niet wordt herkend, worden de gegevens afgedrukt.
Melding van faxontvangst instel-
len
MBNM4NM5NM1N
M0N UIT (standaard): Schakelt deze functie uit.
M1N AAN: De met USB op uw apparaat aangesloten computer ontvangt een melding
wanneer er een fax ontvangen is.
Het volledige faxgeheugen wis-
sen
MBNM4NM5NM8N
M0N NEE (standaard)
M1N JA
R Koppel de telefoonkabel en de USB-kabel los voordat u deze functie activeert.
Alle ontvangen faxen wissen:
1. MMenuN A MBNM4NM5NM8N
2. Selecteer JA met M1N. A MSetN A MSetN A MMenuN
Oorspronkelijke standaardwaar-
den van faxfuncties resetten
MBNM4NM5NM9N
M0N NEE (standaard)
M1N JA
Faxfuncties terugzetten:
1. MMenuN A MBNM4NM5NM9N
2. Selecteer JA met M1N. A MSetN A MSetN A MMenuN
58
8. Programmeerbare functies