Operating Instructions
Functie/code Selectie
Een fax op de computer ontvan-
gen
MBNM4NM4NM2N
Als u faxen wilt ontvangen op de computer, activeert u deze functie en selecteert u [PC
FAX] in Multi-Function Station.
M0N “UIT”: Schakelt deze functie uit.
M1N “ALTIJD”: Als de verbinding naar de computer wordt herkend door het apparaat,
worden ontvangen documenten naar de computer verzonden. Als de verbinding niet
wordt herkend, worden ontvangen documenten in het geheugen opgeslagen en de ge-
gevens verzonden nadat de verbinding is herkend.
M2N “VERBONDEN” (standaard): Als de verbinding naar de computer wordt herkend door
het apparaat, worden ontvangen documenten naar de computer verzonden. Als de ver-
binding niet wordt herkend, worden de gegevens afgedrukt.
Melding van faxontvangst instel-
len
MBNM4NM5NM1N
M0N “UIT” (standaard): Schakelt deze functie uit.
M1N “AAN”: De met USB op uw apparaat aangesloten computer ontvangt een melding
wanneer er een fax ontvangen is.
Het volledige faxgeheugen wis-
sen
MBNM4NM5NM8N
M0N “NEE” (standaard)
M1N “JA”
R Koppel de telefoonkabel en de USB-kabel los voordat u deze functie activeert.
Alle ontvangen faxen wissen:
1. MMenuN A MBNM4NM5NM8N
2. Selecteer “JA” met M1N. A MSetN A MSetN A MMenuN
Oorspronkelijke standaardwaar-
den van faxfuncties resetten
MBNM4NM5NM9N
M0N “NEE” (standaard)
M1N “JA”
Faxfuncties terugzetten:
1. MMenuN A MBNM4NM5NM9N
2. Selecteer “JA” met M1N. A MSetN A MSetN A MMenuN
63
8. Programmeerbare functies