Operating Instructions
8.1 Tekens invoeren
Tekens en cijfers voert u in met de kiestoetsen.
– Verplaats de cursor met MFN of MEN.
– Druk op de kiestoetsen voor het invoeren van tekens en
cijfers.
– Druk op MStopN voor het wissen van het teken of cijfer dat
door de cursor wordt gemarkeerd. Houd MStopN ingedrukt
als u alle tekens en cijfers wilt wissen.
– Als u met dezelfde kiestoets een volgend teken wilt
invoeren, drukt u op MEN om de cursor naar de volgende
positie te verplaatsen en drukt u op de bijbehorende
kiestoets.
Toetsenblok Tekens
M1N
1. _
–[ ] {} +
/=,
`:;?|
M2N
ABC
2
abc
2
M3N
DEF
3
def
3
M4N
GHI
4
ghi
4
M5N
JKL
5
j
kl
5
M6N
MN O
6
mn o
6
M7N
PQR
S
7
pqr
s
7
M8N
TUV
8
tuv
8
M9N
WX Y
Z
9
wx y
z
9
M0N
0@(
)<>!" #
$%&
¥ H ^’A
MGN Omwisselen tussen hoofdletters
en kleine letters.
MRecallN
(alleen KX-MB2030)
Koppelteken
MZoomN Een spatie invoegen.
MStopN Tekens verwijderen.
Tekens selecteren met MCN of MDN
In plaats van met de kiestoetsen kunt u ook tekens selecteren
met MCN of MDN.
1. Druk op MCN tot het gewenste teken wordt weergegeven.
De tekens worden in de volgende volgorde weergegeven:
A Hoofdletters
B Cijfers
C Symbolen
D Kleine letters
*1
*1
Wanneer u het e-mailadres invoert (bijvoorbeeld voor
het scannen naar een e-mailadres op pagina 32),
worden eerst kleine letters weergegeven (alleen
LAN-verbinding).
R Als u op MDN drukt, draait u de volgorde om.
2. Voeg het weergegeven teken in met MEN.
3. Keer terug naar stap 1 om het volgende teken in te voeren.
71
8. . Handige informatie
8. Handige informatie










