User Manual

3.3 Aanpassen van het systeem (Systeemprogrammering)
Bedieningshandleiding 203
Instellen van Systeem-verkorte kiesnamen [002]
U kunt de bijbehorende naam bij het verkorte nummer opslaan. Deze namen verschijnen op het display als
de verbindingen tot stand wordt gebracht via het display. Voor het invoeren van tekens, zie "Tekens
invoeren".
Toestelnummer instellen [003]
U kunt aan elke aansluiting een toestelnummer toewijzen.
Het/de eerste nummer(s) moet(en) gelijk zijn aan de toegewezen nummer(s) voor Flexibele
Nummering. Raadpleeg uw dealer.
Een dubbele invoer is ongeldig.
Druk op
ENTER
.Voer in
002
. Druk op
ENTER
.Voer de
naam
in
(max. 20 tekens).
Druk op
END
.
naam
Druk op
CANCEL
.
Druk op
NEXT
. Druk op
PREV
.
Doorgaan
Stoppen
0 0 2
Voer het
systeem-
verkort kiesnummer
in (3 cijfers).
systeem-
verkort kiesnr.
OF
Druk op
ENTER
.Voer in
003
. Druk op
ENTER
. Druk op
END
.Voer het
toestelnummer
in.
toestelnr.
Voer een
nieuw
toestelnummer
in.
nieuw toestelnr.
Druk op
CANCEL
.
Druk op
NEXT
. Druk op
PREV
.
Doorgaan
Stoppen
0 0 3
OF