Operation Manual

12
VQT1L92 (DUT)
Basisprincipes van Functie en Menu
Functie
Opname- of afspeelfunctie selecteren.
Schuif de opname/weergave-
schakelaar A naar
(omhoog) of
Q (omlaag).
: Opnamemodus (a)
Q : Weergavemodus (b)
Opname-/weergavemodus
instellen
a <Opnamemodus>
Draai aan de keuzeknop om de modus in
te stellen op (microfoon).
b <Weergavemodus>
Andere weergavemodus dan
normale weergave [ ] kan worden
geselecteerd.
1 Druk op de knop [MENU/SET].
2 Druk op q.
3 Selecteer de weergavemodus met
e/r.
4 Druk op [MENU/SET].
AFSPEELFUNCTIE
NORMAAL AFSP.
DIASHOW
CATEGOR. AFSP.
FAVORIET AFSP.
SELEC
INST.
1
2
Opnamemodus
Intelligent auto-modus
Makkelijk foto’s maken.
Program AE-modus
Foto’s maken met de gewenste instelling.
A/S/M-modus
Met deze modus kunt u complexe
opnamen maken.
A: Lensopeningsprioriteit AE
S: Sluiterprioriteit AE
M: Handmatige belichting
Geavanceerde scène-modus
Gebruik deze modus voor normale opnamen.
Voor expressieve foto's van mensen,
landschappen, enz.
T
: PORTRET
V
: LANDSCHAP
U
: SPORT
: NACHTPORTRET
Scènemodus
Fotograferen volgens scène.
i
Bewegend beeld-modus
Met deze modus kunt u lmpjes opnemen.
Weergavemodus
Normale weergavemodus
Normale fotoweergave.
Andere weergavemodi
a
Diashowmodus
Categorieweergavemodus
Favoriete weergavemodus
[FAV. AFSP.] verschijnt niet wanneer
[FAVORIETEN] is ingesteld op [UIT].