Operating Instructions

Opnemen
88
VQT0T82
Voor het aantal foto’s dat u op een
geheugenkaart kunt vastleggen, zie
-127-.
U kunt geen geluid opnemen.
Draai niet aan de functieknop terwijl gegevens
op de geheugenkaart worden opgenomen.
Plaats of verwijder geen kaart als het lees/
schrijf-lampje brandt.
Het is mogelijk dat gegevens die op deze
camera zijn opgenomen door een andere
camera in het geheel niet of minder goed
worden weergegeven.
Afhankelijk van de foto kan bij selectie van de
functie [Foto kwaliteit] >> [ ] de opname ruis
(mozaïek) bevatten.
Als u bij [Foto formaat] een andere resolutie
hebt geselecteerd dan [640], wordt de
megapixelfunctie ingeschakeld.
Als de fotoresolutie niet gelijk is aan [640], kan
de scène rond het object groter dan [640]
worden opgenomen.
ª
Schermweergave tijdens opname op
kaart
1) Fotoresolutie
2) Aantal resterende foto’s
(Als geen foto’s kunnen worden gemaakt,
wordt het pictogram rood en gaat het
knipperen.)
3) Kwaliteit van de foto’s
ª
Progressive Photoshot
Met deze functie kunt u foto’s van een hogere
kwaliteit en met frames maken. (U kunt de
progressive functie niet aan- of uitschakelen.)
Soms werkt bij Opname op tape de progressive
functie niet. Dit heeft te maken met andere
geactiveerde functies. (
-115-)
ª Het selecteren van een fotoresolutie
(Opname geheugenkaart)
1
Ga naar [BASIS] >> [Foto formaat] >> en
selecteer de gewenste resolutie voor de
foto.
[1760]: 1760k1320
[1280]: 1280k960
[640]: 640k480
ª
Het selecteren van de fotokwaliteit
1 Ga naar [BASIS] >> [Foto kwaliteit] >> en
selecteer de gewenste fotokwaliteit.
[ ]: Hoge fotokwaliteit
[ ]: Normale fotokwaliteit
U kunt de fotokwaliteit ook wijzigen via
[GEAVANCEERD] >> [Foto kwaliteit] in
Opname op tape.
ª
Foto’s nemen met het geluid van een
sluiter
U kunt het geluid van een sluiter toevoegen aan
een foto.
1 Kies [GEAVANCEERD] >>
[SLUITEREFFECT] >> [AAN].
ª
Pictogram voor scherpstelling
Het sluiterpictogram verschijnt niet bij
handmatige scherpstelling.
Stel handmatig scherp als de camera het object
niet goed kan scherpstellen.
Ook als het sluiterpictogram niet verschijnt, is
het mogelijk foto’s op de kaart vast te leggen
maar deze foto’s kunnen wazig zijn.
Het sluiterpictogram is niet of nauwelijks
zichtbaar in onderstaande gevallen.
Als u te veel inzoomt.
Als u de camera niet stilhoudt.
Als het object beweegt.
Als u tegen het licht in fotografeert.
Als de scène objecten bevat die zowel dichtbij
als veraf zijn.
Bij onvoldoende licht.
Als de scène lichte objecten bevat.
Als de scène slechts horizontale lijnen bevat.
Bij onvoldoende contrast.
ª
Over het focusbereik
Als de scène twee objecten bevat die met
elkaar in contrast zijn, stelt de camera mogelijk
niet scherp. Wijzig in dat geval het focusbereik
zodat een van de contrasterende objecten zich
niet meer binnen de scène bevindt.
100
100
100
1)
2)
3)
VQT0T82DUT.book 88 ページ 2005年10月20日 木曜日 午前11時47分