Instruction Manual (EG)

83
Digitale Effectfuncties
Deze videocamera is uitgerust met digitale effectfuncties om speciale
effecten te geven aan de scène.
Digitale Effecten 1 [EFFECT1]
1) Multi functie [MULTI]
2) Beeld-In-Beeld Functie [P-IN-P]
3) Wipefunctie[WIPE]
4) Mengfunctie[MIX]
5) Strobefunctie [STROBE]
Met deze functie kunt u beelden met een stroboscoopeffect opnemen.
6) Onderbelichting-compensatiefunctie [GAINUP]
Met deze functie kunt u de helderheid van het beeld elektronisch
verhogen.
In deze functie moet u het beeld handmatig scherpstellen. (l 81)
7) Nasleepeffectfunctie [TRACER] Nasleepeffectfunctie
Nasleepeffectfunctie
Met deze functie kunt u beelden met een nasleepeffect opnemen.
8) Mozaïekfunctie [MOSAIC]
Met deze functie kunt u het beeld mozaïekachtig maken.
9) Spiegelfunctie [MIRROR]
Met deze functie kunt u de linker helft van het beeld spiegelen op de
rechter helft.
Digitale Effecten 2 [EFFECT2]
10) Negatief-functie [NEGA]
Met deze functie kunt u beelden met omgekeerde kleuren opnemen,
zoals bij een fotografisch negatief.
11) Sepiafunctie [SEPIA]
Met deze functie kunt u scènes met een bruine tint opnemen, zoals die
van oude foto’s.
12) Zwart&Wit functie [B/W]
Met deze functie kunt u beelden in zwart-wit opnemen.
13) Solarisatiefunctie [SOLARI]
Met deze functie kunt u beelden opnemen met het effect van een schilderij.
Kiezen van de gewenste digitale functie
Zet [CAMERA FUNCTIONS] >> [DIGITAL EFFECT] >> [EFFECT1] of
[EFFECT2] >> een gewenst digitaal effect.
Annuleren van de digitale functie
Zet [CAMERA FUNCTIONS] >> [DIGITAL EFFECT] >> [EFFECT1] of
[EFFECT2] >> [OFF].
Indien de videocamera uitgeschakeld is, zullen de [EFFECT2] instellingen
gewist worden.
Voor meer informatie betreffende dit item, zie pagina 106.
ª Wipe- en mengfunctie
Wipefunctie:
Met deze functie kunt u het beeld van de laatste opgenomen scène
geleidelijk vervangen door het beeld van de nieuwe scène, net alsof u een
gordijn ervoor trekt.
Mengfunctie:
Met deze functie kunt u het beeld van de laatste opgenomen scène
geleidelijk uitfaden, terwijl het bewegende beeld van de nieuwe scène
geleidelijk wordt ingefaded.
1
Zet [DIGITAL EFFECT] >> [EFFECT1] >> [WIPE] of [MIX].
De [WIPE] of [MIX] indicatie wordt afgebeeld.
2
Druk op de start-/stoptoets om met het opnemen te beginnen.
3
Druk op de start-/stoptoets om het opnemen te onderbreken.
Het beeld van de laatste opgenomen scène wordt in het geheugen
opgeslagen. De [WIPE] of [MIX] indicatie verandert in [B] of [C].
4
Druk op de start-/stoptoets om weer met het opnemen te
beginnen.
Het beeld van de laatste opgenomen scène wordt geleidelijk vervangen
door het beeld van de nieuwe scène.
Voor meer informatie betreffende dit item, zie pagina 106.
3) WIPE 4) MIX
5) STROBE
6) GAINUP 7) TRACER
8) MOSAIC
9) MIRROR
10) NEGA
11) SEPIA
12) B/W
13) SOLARI
[EFFECT 1]
[EFFECT 2]
1) MULTI
2) P-IN-P
WIPE
MIX
WIPE
WIPE
MIX
MIX
1
2,3,4
PUSH
W.B/SHUTTER/IRIS/
VOL/JOG
MENU
1