Instruction Manual (EG)

105
CARD ERROR: De kaart is niet compatibel met de
videocamera.
COPY INHIBITED: Het medium is beveiligd tegen
kopiëren, zodat de beelden niet juist
kunnen worden opgenomen.
INCORRECT
OPERATION: Kaart Functiekeuzeschakelaar is
ingesteld op [MPEG4] of [VOICE]
wanneer [PHOTO SHOT] toets
ingedrukt wordt.
U probeert op een kaart op te
nemen in de Cassette Functie.
U probeert op een cassette op te
nemen in de Kaart Functie.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Opmerkingen en tips
ª Betreffende de stroomvoorziening
Als u de videocamera gedurende een lange tijd gebruikt,
wordt het apparaat warm. Dit is echter normaal.
Indien het [CHARGE] lampje niet aangaat en toch werd de
accu geplaatst, neem dan even de accu ervan en plaats
hem er dan weer op.
De accumodellen CGP-D110 en CGP-D105 kunnen niet
met deze netspanningadapter worden opgeladen.
ª Plaatsen/Uithalen van een cassette
Wanneer u een videocassette plaatst waarop u reeds
eerder opnamen hebt gemaakt, gebruikt u de camera-
zoekfunctie om het punt te zoeken vanwaar u het opnemen
wilt voortzetten.
Wanneer u een nieuwe videocassette plaatst, spoelt u de
band tot aan het begin achteruit voordat u met het
opnemen begint.
Wanneer men een cassette insteekt, moet men ervoor
zorgen dat het met de goede kant vooruit geplaatst wordt,
en duw de cassette dan erin tot het einde.
Wanneer men het cassettedeksel open of dicht doet, moet
u de gesp van de handriem naar beneden duwen zodat het
de opening of sluiting van het deksel niet verhinderd.
ª Alarmgeluiden
Wanneer [BEEP SOUND] op het [OTHER FUNCTIONS]
submenu op het [CAMERA FUNCTIONS] hoofdmenu
ingesteld is op [ON], zult u vervolgens bevestiging-/
alarmpieptonen horen.
1 Pieptoon
Wanneer u begint met het opnemen
Wanneer u de [OFF/ON/MODE] keuzeschakelaar vanuit
de stand [OFF] op de stand [ON] zet
2 Pieptonen
Wanneer u het opnemen onderbreekt
10 Pieptonen
Wanneer u de videocamera op de verkeerde wijze bedient
voor of tijdens het opnemen
ª Opnemen
Zorg ervoor dat u de lensdop hebt verwijderd alvorens de
videocamera aan te schakelen. Wanneer de lensdop nog
op de lens zit wanneer u de videocamera in de stand [ON]
zet, is het mogelijk dat de automatische witbalansinstelling
niet nauwkeurig is (l 80).
ª Opnamecontrole
Gebruik voor het controleren van de opname scène
dezelfde opnamesnelheidsfunctie (SP/LP) die u bij het
opnemen gebruikte. Als u de andere
opnamesnelheidsfunctie gebruikt, zal het weergavebeeld
vervormd zijn.
ª Camera-zoekfunctie
In de camera-zoekfunctie kan het beeld mozaïekpatronen
bevatten. Dit is echter een specifieke eigenschap van
digitale video en volkomen normaal.
Als de opnamesnelheidsfunctie (SP/LP) van de oude en de
nieuwe scène verschillend is, kan het weergavebeeld
vervormd zijn.
ª Momentopnamefunctie (Photoshot)
Photoshot opnamen hebben een zwakker beeldkwaliteit.
ª Progressieve Photoshotfunctie
De stilstaande beelden worden opgenomen vanaf een iets
teruggespoeld punt dan deze waarop u op de
[PHOTO SHOT] toets drukt.
Wanneer u verandert in de stilstaandbeeldfunctie, zult u
een klik horen. Dit wordt veroorzaakt door het sluiten van
het diafragma en is geen teken van defect.
Wanneer u stilstaande beelden opneemt in de
Progressieve Photoshotfunctie met uw videocamera
ingesteld op de automatische belichtingsfunctie (l 79),
kan de helderheid van de beelden veranderen.
Opmerkingen over de instellingen voor [PROGRESSIVE]
Wanneer de [æ] indicatie wordt afgebeeld, kunt u de
progressieve photoshotfunctie gebruiken.
Wanneer het item [PROGRESSIVE] is ingesteld op [ON]
U kunt altijd de progressieve photoshotfunctie gebruiken,
maar de onderstaande functies en instellingen zullen buiten
werking zijn gesteld.
Digitale Effectfuncties in [EFFECT1] (l 83)
Digitale Zoom [D.ZOOM] (l 78)
Sluitersnelheden van 1/750 sec.of hoger (l 81)
Wanneer het item [PROGRESSIVE] is ingesteld op
[AUTO]
U kunt de progressieve photoshotfunctie in de onderstaande
gevallen niet gebruiken.
Wanneer de zoomvergroting ongeveer 10k of meer is
Wanneer de sluitersnelheid 1/750 sec.of hoger is
Wanneer [EFFECT1] ingesteld is op [[WIPE], [MIX],
[STROBE], [GAINUP], [TRACER], [MOSAIC], [MIRROR]
Wanneer de beelden weergegeven worden op een Multi-
scherm of
ª Inzoomen en uitzoomen
Wanneer u inzoomt op een ver onderwerp, krijgt u een
scherper beeld indien het op te nemen onderwerp 1,2
meter of verder van de moviecamera is verwijderd.
ª Optische beeldstabilisatorfunctie
Binnenin het digitale zoombereik kan de optische
beeldstabilisatorfunctie niet goed werken.
Indien [TAPE/CARD] keuzeschakelaar ingesteld is op
[TAPE], [MEGA OIS] kan niet ingesteld worden.
Indien [PICTURE/MPEG4/VOICE] keuzeschakelaar
ingesteld is op [MPEG4], [MEGA OIS] kan niet ingesteld
worden.
Binnenin het digitale zoombereik, of wanneer opgenomen
wordt met een conversielens er op gevestigd, is het
mogelijk dat de beeldstabilisatorfunctie niet goed zal
werken.
Wanneer een statief gebruikt wordt, is het aanbevolen om
de optische beeldstabilisatorfunctie af te stellen.
ª Bioscoopfunctie
Bioscoop functie werkt niet tijdens Kaart Functie.
Het gebruik van de bioscoopfunctie vergrotert de
opnamehoek niet.