Instruction Manual (EG)

106
Wanneer u een beeld dat is opgenomen in de
bioscoopfunctie weergeeft op een breedbeeldtelevisie
(16:9), zal het formaat van het weergavebeeld automatisch
worden aangepast aan de afmetingen van de tv-beeldbuis.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van
de tv.
De Datum/Tijd indicatie kan ontbreken wanneer er beelden
op het scherm worden weergegeven.
Afhankelijk van de TV, kan de beeldkwaliteit achteruit
gaan.
De bioscoopfunctie wordt geannuleerd wanneer een titel
wordt weergegeven.
ª Automatische belichtingsfunctie
Het is niet mogelijk de sluitersnelheid (l 81) of diafragma
(l 81) in te stellen terwijl een van de automatische
belichtingsfuncties is gekozen.
U kunt de automatische belichtingsfunctie niet gebruiken
met de onderbelichtings-compensatie functie [GAINUP].
Sportfunctie
Tijdens normale weergave is het mogelijk dat de
bewegingen in het beeld niet soepel verlopen.
Voorkom het opnemen in deze functie onder tl-buizen,
kwikdamplampen of natriumlampen, omdat de kleur en
helderheid van het weergavebeeld kunnen variëren.
Wanneer u onderwerpen opneemt die sterk zijn belicht
of veel licht reflecteren, kan het weergavebeeld
verticale lichtstrepen bevatten.
Wanneer er onvoldoende licht is, zal de [5] indicatie
knipperen.
Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld knipperen.
Sportfunctie/Portretfunctie
Wanneer u een stilstaande beeld opneemt in de
Progressieve Photoshotfunctie, is het mogelijk dat de
helderheid en scherpte van het opgenomen stilstaande
beeld varieert.
Onderbelichtingsfunctie
Het kan mogelijk zijn bijzonder donkere scènes
voldoende helder te maken.
Schijnwerperfunctie
Wanneer u deze functie gebruikt kan het opgenomen
beeld bijzonder donker zijn.
Wanneer een onderwerp bijzonder helder is, is het
mogelijk dat het opgenomen beeld witachtig is.
Strand- en sneeuwfunctie
Wanneer een onderwerp bijzonder helder is, is het
mogelijk dat het opgenomen beeld witachtig is.
ª Witbalans
In de volgende gevallen kunt u de witbalans niet
veranderen:
Indien u [EFFECT1] van het [DIGITAL EFFECT] submenu
op het [CAMERA FUNCTIONS] hoofdmenu instelt op
[GAINUP], of indien u [EFFECT2] instelt op [SEPIA] of op
[B/W].
Indien u de zoom instelt op 10k of meer
Tijdens Digitaal stilstaandbeeldfunctie.
Wanneer u een Menu weergeeft.
In de onderstaande gevallen knippert de [1] indicatie:
De knipperende indicatie geeft aan dat de
witbalansinstelling die u het laatst hebt gemaakt, nog
steeds is opgeslagen. Deze instelling blijft bewaard totdat u
de witbalans nogmaals instelt.
Onder zwakke belichting kan nauwkeurige handmatige
instelling van de witbalans onmogelijk zijn.
ª Handmatig instellen van de sluitersnelheid
Het weergavebeeld van onderwerpen die door felle
bronnen worden belicht of met veel lichtweerkaatsing,
kunnen verticale lichtstrepen bevatten.
Tijdens normale weergave, is het mogelijk dat de beweging
van de beelden niet vlot overkomen.
Voorkom opnemen onder fluorescerende lampen,
kwikdamplampen of natriumlampen, aangezien deze
fluctuaties in de kleuren en de helderheid van het
weergavebeeld kunnen veroorzaken.
Indien u de onderbelichting-compensatiefunctie (l 83) of
ook de automatische belichtingsfunctie gebruikt (l 79),
kunt u de sluitersnelheid niet regelen. Indien de
sluitersnelheid handmatig geregeld werd, zal de instelling
geannuleerd worden.
ª Video Flitslicht
Zelfs wanneer het videoflitslicht uit is, bepaalt het
automatisch of het flitslicht nodig is door de omgeven
helderheid aan te voelen. (Indien het flitslicht nodig is, zal
zowel de [
ß
],[
ß
i] of [
ß
j] indicatie in het geel knipperen.)
Wanneer BEELD-IN-BEELD weergegeven wordt (de [P-IN-
P] toets wordt ingedrukt) of Titel wordt gecreëerd, zal het
Videoflitslicht ook afgezet worden.
Opeenvolgende Photoshot is niet mogelijk indien het
videoflitslicht gebruikt wordt.
Wanneer het [FLASH] op het [RECORDING SETUP]
submenu is ingesteld op [AUTO] en de sluitersnelheid,
diafragma of onderbelichting wordt geregeld, de Indicatie
(zowel [
ß
], [
ß
i] of [
ß
j]) kunnen verdwijnen en het
videoflitslicht zal niet afgezet worden.
De sluitersnelheid en de diafragmawaarde worden
vastgelegd wanneer het videoflitslicht in gebruik is.
Door het videoflitslicht buiten of met achtergrondbelichting
of andere heldere lichttoestanden te gebruiken kunnen er
witte vlekken (kleurvlekken) op de beelden verschijnen.
Bij achtergrondbelichtingstoestanden moet u ofwel de
diafragma handmatig regelen of de achtergrond
compensatiefunctie gebruiken.
ª Handmatige diafragma-instelling
Afhankelijk van de zoomvergroting, zullen sommige
diafragmawaarden niet weergegeven worden.
Indien u de automatische belichtingsfunctie gebruikt (l 79)
kunt u het diafragma niet regelen. Indien het diafragma
handmatig werd geregeld, zal de instelling geannuleerd
worden.
Indien u probeert de sluitersnelheid te regelen na het
diafragma te hebben ingesteld, zal de ingestelde waarde
van het diafragma geannuleerd worden.
ª Digitale Effectfuncties
Het is als volgt wanneer [GAINUP] geselecteerd
wordt.
Handmatige scherpstellingfunctie
De sluitersnelheid en witbalans kunnen niet gebruikt
worden.
De sportfunctie [5] en de portretfunctie [7] werden
geannuleerd.
Het is niet mogelijk de [MULTI], [P-IN-P], [WIPE], [MIX] of
[TRACER] van [EFFECT1] te gebruiken samen met de
digitale functies van [EFFECT2] op het [DIGITAL EFFECT]
submenu.
Indien u [EFFECT2] ingesteld hebt op [B/W] of [SEPIA], is
het niet mogelijk de gekozen wit balans functie te
veranderen. (l 80)