Operation Manual

- 34 -
Referentie
Ik krijg geen verbinding met het netwerk.
¾ Bevestig de netwerkverbinding en instellingen.
(> 12, 13, 28)
¾ Er kunnen obstakels aanwezig zijn die voorkomen
dat het toestel door uw thuisnetwerk gedetecteerd
wordt. Breng het toestel en de draadloze router
dichter bij elkaar. Het kan zijn dat dit toestel in staat
zijn om uw netwerknaam te detecteren (> 13,
“SSID”).
¾ Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van elk toestel en
volg de instructie om ze aan te sluiten.
Wanneer u de Draadloze LAN-verbinding gebruikt,
wordt video vanaf de mediaserver met
DLNA-certificaat niet afgespeeld of vallen er
videoframes weg tijdens het afspelen.
¾ Op het “Draadloze Instellingen” scherm (> 28) is
het continu branden van minstens 4 “Ontvangst”
indicators het doel voor een stabiele verbinding. Als
er 3 of minder indicators branden of de verbinding
onderbroken wordt, de positie of hoek van uw
Draadloze router veranderen en kijken of de
verbindingstaat verbetert. Als er geen verbetering is,
een bedraad netwerk verbinden en de “Eenvoudige
Netwerkinstelling” (> 13) opnieuw uitvoeren.
Netwerk
¾ Routers met een hogere overdrachtsnelheid, zoals
de 802.11n (2,4 GHz of 5 GHz) Draadloze router,
zouden het probleem kunnen verhelpen. Als u de
802.11n (2,4 GHz of 5 GHz) Draadloze router
gebruikt, moet het type encryptie op “AES” gezet
worden.
Gelijktijdig gebruik met een microwave, draadloze
telefoon enz. op 2,4 GHz zou onderbrekingen of
andere problemen tot gevolg kunnen hebben.
Berichten op het scherm
Kan niet afspelen.
¾ U hebt een niet-compatibele schijf ingevoerd.
Kan niet afspelen op dit apparaat.
¾ U hebt geprobeerd een incompatibel beeld af te
spelen.
¾ Plaats het medium weer terug.
Geen disc geplaatst.
¾ Het schijfje ligt mogelijk ondersteboven in de lade.
$ Deze handeling is niet beschikbaar.
¾ Bepaalde bewerkingen worden door het apparaat
niet ondersteund.
(Bijvoorbeeld, omgekeerde vertraagde weergave,
enz.)
IP-adres is niet ingesteld.
¾ Het “IP-adres” in “IP-adres / DNS-instellingen” is
“---. ---. ---. ---”. Stel de “IP-adres”, “Subnetwerk
Masker” en “Gateway-adres” in. (Selecteer indien
nodig de automatische adresverwerving.)
Het draadloze toegangspunt heeft momenteel een
lage netwerkbeveiligingsinstelling. Hogere instelling
is aanbevolen.
¾ Stel een sterker veiligheidsniveau voor het netwerk
in onder raadpleging van de gebruiksaanwijzing van
de draadloze router.