Operating Instructions

13
RQT8826
FRANÇAIS
NEDERLANDS
35
2
(A)
FOLDER
MENU
STOP
₂
₃
(B)
2
3
[
q/g
]
[ ]
Classer les fi chiers
g
Déplacer (A)
Préparatifs : Faites la lecture du fichier à
déplacer (➜ page 10).
Les fichiers peuvent être déplacés dans les
deux sens entre les dossiers A, B et C.
Les fichiers peuvent être déplacés du dossier
M aux dossiers A, B, C et S, mais pas de ces
derniers au dossier M.
1
Appuyez de manière continue sur
[
*
FOLDER/– MENU] pendant 1 seconde ou
plus.
2
Tournez [ ] pour sélectionner le dossier
de destination.
₂ : Dossier de destination
₃ : Nombre de fichiers dans le dossier de
destination
3
Appuyez de manière continue sur
[
q
/
g
] pendant 1 seconde ou plus.
La lecture s’arrête et le fichier est déplacé à
la fin du dossier sélectionné.
g
Verrouiller (protection de fichier) (B)
Préparatifs : Sélectionnez le dossier qui
contient le fichier à protéger.
1
Appuyez de manière continue sur
[
*
FOLDER/– MENU] pendant 1 seconde ou
plus.
2
Tournez [ ] pour sélectionner “LOCK” et
appuyez sur [
q
/
g
] pour valider.
3
1
Tournez [ ] pour sélectionner le fichier
à verrouiller et appuyez sur [
q
/
g
] pour
valider.
2 Appuyez sur [STOP].
* Pour déverrouiller un fichier, sélectionnez-le
puis validez.
Bestanden organiseren
g
Verplaatsen (A)
Voorbereiding: Geef het bestand weer dat u
wilt verplaatsen (➜ bladzijde
10).
Bestanden kunnen in beide richtingen worden
verplaatst tussen de mappen A, B en C.
De bestanden kunnen worden verplaatst van
map M naar de mappen A, B, C en S, maar de
bestanden kunnen niet worden verplaatst naar
map M.
1
Houd [
*
FOLDER/– MENU] gedurende
1 seconde of langer ingedrukt.
2
Draai [ ] om de bestemmingsmap te
kiezen.
₂ : Bestemmingsmap
₃ :
Aantal bestanden in de bestemmingsmap
3
Houd [
q
/
g
] gedurende 1 seconde of langer
ingedrukt.
Het weergeven stopt en het bestand wordt
achterin de gekozen map geplaatst.
g
Vergrendelen (bestandsbeveiliging) (B)
Voorbereiding: Kies een map waarin
het bestand zit dat u wilt
beveiligen.
1
Houd [
*
FOLDER/– MENU] gedurende
1 seconde of langer ingedrukt.
2
Draai [ ] om “LOCK” te kiezen en druk op
[
q
/
g
] om de keuze te bevestigen.
3
1
Draai [ ] om het bestand te kiezen dat
u wilt vergrendelen en druk op [
q
/
g
] om
de keuze te bevestigen.
2 Druk op [STOP].
* Om een vergrendeld bestand te ontgrendelen,
kiest u het bestand dat u wilt ontgrendelen en
bevestigt u de keuze.