Operating Instructions

28
Geavanceerde instellingen (Advanced settings)
Beeldinstellingen
Opmerkingen:
“Colour” en “Hue” kunnen niet worden afgesteld
bij een “RGB/PC” ingangssignaal.
U kunt het niveau van iedere functie (Contrast,
Brightness, Colour, Hue en Sharpness) voor
ieder “Beeldfunctie” instellen.
De instellingen voor “Normal”, “Dynamic”
,
“Cinema” en “Monitor” worden voor iedere
ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het geheugen
vastgelegd.
De instelling “Hue” kan alleen voor het
NTSC-signaal worden aangepast tijdens het
video-ingangssignaal (S Video).
Er is weinig verandering als de helderheid van
een helder beeld wordt verhoogd of de helderheid
van een donker beeld wordt verzwakt.
Menu-onderdeel
Effect Instelling
Contrast
Minder Meer
Voor het instellen van het
contrast overeenkomstig de
lichtomstandigheden in de kamer.
Brightness
Donkerder
Lichter
Voor een meer duidelijke
weergave van donkere beelden
zoals avond- of nachtscènes.
Colour
Minder Meer
Voor het versterken of
verzwakken van de kleuren.
Hue
Roodachtig Groenachtig
Voor het instellen van een
mooie huidskleur.
Sharpness
Minder Meer
Voor het instellen van de
beeldscherpte.
Menu-onderdeel
Effect Bijzonderheden
Black extension
(zwart-schakering)
Minder Meer
Voor het instellen van de schakering van de donkere schaduwen in het beeld.
Input level
(ingangsniveau)
Minder Meer
Voor het instellen van de gebieden die erg helder zijn en moeilijk te zien.
Gamma
Minder Meer
S Curve 2.0 2.2 2.6
AGC
Off On
Voor het automatisch verhogen van de helderheid van een donker signaal.
W/B High R
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtrode gebieden.
W/B High G
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtgroene gebieden.
W/B High B
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtblauwe gebieden.
W/B Low R
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerrode gebieden.
W/B Low G
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkergroene gebieden.
W/B Low B
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerblauwe gebieden.
Opmerkingen:
Voer de “W/B” instelling als volgt uit.
1. Stel de witbalans voor de heldere gebieden af met de
“W/B High R”, “W/B High G”
en “W/B High B” functies.
2. Stel de witbalans voor de donkere gebieden af met de
“W/B High R”, “W/B High G”
en “W/B Low B” functies.
3. Herhaal de stappen 1 en 2.
De instellingen in de stappen 1 en 2 beïnvloeden elkaar wederzijds. Herhaal de stappen beurtelings om de juiste
instellingen te maken.
De instellingen worden voor iedere ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
Gebruik de waarden van het instelbereik als referentie.
Als u tijdens weergave van het “Advanced settings” menu op de N toets van de afstandsbediening drukt of tijdens
“Normalise” op de ACTION ( ) toets, zullen alle afstellingen op de standaardinstellingen worden teruggesteld.
Handige tip
(
/
Normalise
Normaliseren
)