Operating Instructions

MULTI DISPLAY Setup
Set up TIMER
PRESENT TIME Setup
Network Setup
Display orientation
Landscape
MULTI PIP Setup
Portrait Setup
2/2Setup
--:--:--:--:--:--
DHCP
Network Setup
Save
0
192.168. 0. 8
255.255.255. 0
192.168. 0. 1
1024
Auto
RS-232C
Off
Subnet mask
LAN Speed
Gateway
IP address
Port
Control I/F Select
Network ID
MAC address
52
Network Setup
Geef de diverse instellingen op voor gebruik van de netwerkfunctie.
Instellingen voor DHCP, IP address, Subnet mask en Gateway
1
DHCP instellen.
Als u “Off” selecteert, kunt u IP address en andere instellingen handmatig
opgeven.
2
Selecteer de optie en druk op .
3
Voer een adres in.
I
192.168. 0. 8
IP address
1
Selecteer een cijfer met .
2
Wijzig een getal met .
3
Druk op .
Als u op drukt, wordt de wijziging van het adres
geannuleerd.
4
Selecteer “Save” en druk op .
Port-instelling
1
Selecteer “Port” en druk op .
2
Voer een poortnummer in.
I
01024
Port
1
Selecteer een cijfer met .
2
Wijzig een getal met .
3
Druk op .
Als u op drukt, wordt de wijziging van het
poortnummer geannuleerd.
Save
Sla de huidige netwerkinstellingen op. Elke waarde die u
hebt opgegeven voor instellingen voor DHCP, IP address,
Subnet mask en Gateway wordt opgeslagen. Als “NG”
wordt weergegeven, controleert u of hetzelfde IP address
niet reeds wordt gebruikt in het netwerk.
DHCP (functie DHCP-client)
Als u een automatisch toegewezen IP-adres wilt
gebruiken via een DHCP-server, stelt u de functie in op
“On”. Als u niet gebruikmaakt van een DHCP-server, stelt
u de functie in op “Off”.
IP address (Weergave en instelling IP-adres)
Voer een IP-adres in als u geen DHCP-server gebruikt.
Subnet mask (Weergave en instelling subnetmasker)
Voer een subnetmasker in als u geen DHCP-server
gebruikt.
Gateway (Weergave en instelling gateway)
Voer een gateway-adres in als u geen DHCP-server
gebruikt.
Port
Stel het poortnummer in dat wordt gebruikt voor
opdrachtenaansturing.
Geldige waarden lopen van 1024 – 65535.
Als het PJLink™-protocol wordt gebruikt, hoeft u geen
poortnummer op te geven.
LAN Speed
Stel de verbindingssnelheid van het LAN in.
Selecteer een waarde uit Auto, 10 Half, 10 Full, 100 Half
of 100 Full.
Network ID
Stel de ID in waarmee het apparaat kan worden herkend.
Geldige waarden lopen van 0 – 99.
Control I/F Select
Maak een keuze voor bediening via RS-232C (serieel) of
LAN.
Wanneer “LAN” is ingesteld, wordt de stroom van
de sleuf ingeschakeld en licht de voedingsindicator
oranje op wanneer de voeding werd “uitgeschakeld”
via de afstandsbediening (stand-bystatus), ongeacht de
instellingen voor “Sleufstroom”. (zie pagina 55)
MAC address
Weergave van het MAC address van het apparaat. Het
MAC address wordt echter niet weergegeven als “Control
I/F Select” is ingesteld op “RS-232C”.
Opmerkingen:
Controleer of de DHCP-server is gestart, als u die wilt gebruiken.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de instellingen.