Operating Instructions

- 47 -
Omgevings sensor
1. Geef het menu weer met MENU.
2. Selecteer Beeld > Omgevings sensor met
/ en druk op OK om te
openen.
3. Selecteer Aan / Uit met
/ en druk op OK om in te stellen.
Omgevings sensor
(Aan / Uit)
Automatische helderheidsregeling
Past beeldinstellingen automatisch aan het omgevingslicht aan.
Beeldverhouding
U kunt de beeldverhouding (beeldgrootte) wijzigen met ASPECT.
De beeldverhouding handmatig instellen
1. Geef Beeldverhouding kiezen weer met ASPECT.
2. Selecteer de stand met
/ en druk op OK om in te stellen.
U kunt de stand ook wijzigen met ASPECT.
(Druk zo vaak als nodig om de gewenste stand te selecteren.)
Auto:
De beste verhouding wordt automatisch geselecteerd op basis van het
controlesignaal voor de beeldverhouding.
Kijken > Voor het beste beeld > Controlesignaal voor de beeldverhouding
16:9:
Geeft een 16:9-beeld zonder vervorming (anamorf) weer.
14:9:
Geeft een standaard 14:9-beeld zonder vervorming weer.
Juist:
Geeft een schermvullend 4:3-beeld weer. Alleen aan de linker- en
rechterrand ziet u dat het beeld is uitgerekt.
4:3:
Geeft een standaard 4:3-beeld zonder vervorming weer.
Zoom:
Geeft een 16:9 letterbox- of 4:3-beeld zonder vervorming weer.