Operating Instructions

Nederlands
21
Indicator/Bedieningspaneel

Als u op een van de toetsen 3, 4 of 5 drukt, wordt
gedurende 3 seconden rechts op het scherm een
hulpaanduiding weergegeven die aangeeft welke
toets werd ingedrukt.
12
4
5
6
3
Achterzijde van de tv
1 Ontvanger van afstandsbedieningssignaal (voor
infraroodcommunicatie)

Plaats geen voorwerpen tussen de
signaalontvanger van de afstandsbediening op de
tv en de afstandsbediening.
Sensor omgevingslicht

Detecteert helderheid voor aanpassing van de
beeldkwaliteit als [Omgevings sensor] in het menu
Beeld is ingesteld op [Aan].
2 Voedingslampje
Rood:
Standby
Groene:
Aan
Past de helderheid van de led automatisch
aan, afhankelijk van de omgevingsverlichting,
naar een prettig kijkniveau.
Oranje:
Stand-by met sommige functies (opnemen
enz.) actief

Het lampje knippert als er een infraroodsignaal
wordt ontvangen van de afstandsbediening.
3 Selectie ingangsmodus

Druk zo vaak als nodig om de gewenste stand te
selecteren.
Menu

Houd 3 seconden ingedrukt om de menubalk weer
te geven.
OK (in menu’s)
4 Kanaal omhoog/omlaag

Cursor omhoog/omlaag (in menu’s)
5 Volume omhoog/omlaag

Cursor naar links/rechts (in menu’s)
6 Hoofdschakelaar

Hiermee zet u de tv aan of uit.

Om het apparaat volledig uit te schakelen, moet u
het netsnoer uit het stopcontact halen.

[
]: Stand-by / Aan