Operating Instructions

Netwerkinstellingen
Netwerkverbinding
Voltooi de verbindingen voordat u de netwerkinstellingen start.
Netwerk > Netwerkverbindingen
1. Geef het menu weer met MENU.
2. Selecteer Instellingen > Netwerk > Configuratie > Internetverbinding en
druk op OK om te openen.
3. Stel dit in op Aan om de internetverbinding in te schakelen.
4. Selecteer Interface en druk op OK om te openen.
5. Selecteer het type van uw netwerkverbinding en druk op OK om op te
slaan.
Ethernet / Draadloos
Ethernet:
Bekabelde verbinding met een LAN-kabel
1) Selecteer IP-instelling en druk op OK om te openen.
2) Stel Adrestype in op Auto.
Als u dit handmatig wilt instellen, selecteert u Handmatig en stelt u
elk onderdeel in.
Draadloos:
Draadloze verbinding met een draadloos toegangspunt
1) Selecteer Draadloze/Draadloze groeps beheerder instellingen en druk
op OK om te openen.
Bevestig de coderingssleutel, instellingen en positie van uw
toegangspunt voordat u de instelling opgeeft. Raadpleeg de
handleiding van het toegangspunt voor meer informatie.
2) Selecteer Scannen en druk op OK om te zoeken naar draadloze
netwerken.
– Voor Handmatig vult u SSID in en volgt u de aanwijzingen op het
scherm.
– Voor Auto selecteert u PIN-code / PBC en volgt u de aanwijzingen
op het scherm.
3) Selecteer uw gewenste toegangspunt en druk op OK om te openen.
De beschikbare draadloze netwerken worden automatisch
weergegeven.
Het is raadzaam om een versleuteld toegangspunt te selecteren.
- 107 -