Operating Instructions

- 69 -
4. Selecteer LNB / Satelliet met / en stel in met /
Selecteer IN 1 / IN 2 in Signaalingang met / om voor elke tuner
de instelling te maken.
1) Stel eerst LNB in
Als u instelt op Een LNB, LNB is niet selecteerbaar.
Als u instelt op MiniDiSEqC of Enkele kabelverb., selecteer uit LNB
AA en AB.
Als u instelt op DiSEqC 1.0, selecteer uit LNB AA, AB, BA en BB.
2) Stel Satelliet in voor de geselecteerde LNB
– Selecteer Geen satelliet als u de verbonden satelliet niet weet
(beschikbare satelliet wordt gezocht in automatisch instellen).
– Selecteer Gebuiker bepalen om Transponder frequentie testen
handmatig in te stellen.
Als u instelt op Enkele kabelverb., zijn er extra instellingen
vereist. Stel Gebruiksgroep, Gebruiker LNB laagf. en PIN-
code in (afhankelijk van de router met enkele kabelverbinding
die u gebruikt). Lees de handleiding van de router met enkele
kabelverbinding voor meer informatie.
Kijken Kanalen afstemmen en bewerken Beschikbare satellieten
5. Druk op BACK/RETURN om op te slaan
6. Selecteer Auto set-up met
/ en druk op OK om te openen
7. Selecteer Satelliet / Zoekmode / Scanmode met
/ en druk op OK om
te openen
8. Stel in met
/ en druk op OK om op te slaan
Scanmode
Volledig:
Scant het hele frequentiebereik.
Snel:
Scant de geschikte frequentie voor de geselecteerde satelliet.
Selecteer na de instellingen Scannen starten met / en druk op OK
om te zoeken.
9. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Druk op OK om Auto set-up
te starten (instellingen worden automatisch gemaakt)
Na afloop wordt het kanaal op de laagste positie weergegeven.