Operation Manual

DE BEDOELING
Als eerste speler door juiste beantwoording van vragen
alle zes de vakjes van je speelschijf vullen met verschillend
gekleurde partjes. Dan ga je terug naar het midden en daar
geef je het juiste antwoord op de beslissende eindvraag om te
winnen!
080500386104 TRIVIAL PURSUIT ULTIMATE EDITION RULES / NL PMS 655 0000000000000
VRAGENCATEGORIEËN
BLAUW AARDRIJKSKUNDE
ROZE AMUSEMENT
GEEL GESCHIEDENIS
BRUIN KUNST & LITERATUUR
GROEN WETENSCHAP & NATUUR
ORANJE SPORT & ONTSPANNING
Zó moeten de kaarten in
de kaarthouder staan.
ALS JE AAN DE BEURT BENT
1. Gooi de dobbelsteen.
2. Verplaatsen. Verplaats je speelschijf altijd het volledige gegooide aantal vakjes over het speelbord.
3. Als je op een gekleurd vakje eindigt, moet je een vraag beantwoorden!
Een van de andere spelers pakt de voorste kaart uit de kaarthouder en leest de vraag voor van de kleur waarop je speelschijf staat. Elke
kleur correspondeert met een categorie. Deze categorieën staan rechts en op de zijkanten van de doos. De antwoorden op de vragen staan
achterop de kaart. Als je op het middenvak terecht komt, mag je zelf kiezen van welke categorie je een vraag beantwoordt.
INHOUD
1 speelbord, 400 kaarten met vragen en antwoorden, 18
Poetskaarten, 1 kaarthouder, 6 speelschijven, 36 gekleurde
partjes, 1 dobbelsteen.
VERPLAATSEN OVER
HET SPEELBORD
Aan het begin van het spel verplaats je de speels-
chijf langs een van de spaken naar de buitenring
van het bord. Als je die bereikt hebt, mag je de
speelschijf zowel met de klok mee als tegen de klok
in verplaatsen. Omdat je alle kanten op mag, moet
je je zetten zorgvuldig plannen om op het gewenste
vakje terecht te komen.
Je mag nooit in één worp vooruit én weer terug
lopen. Als je bijvoorbeeld een “5” hebt gegooid,
mag je niet drie vakjes vooruit, stoppen, en twee
vakjes terug lopen. Maar je mag wel na je volgende
worp (als je een vraag goed beantwoord hebt) de
andere kant op gaan dan de worp ervoor.
Je kunt het bord ook oversteken via de spaken. Het
middenvak telt voor 1 vakje.
Je mag met twee spelers op één vakje staan.
VOORBEREIDING
1. Alle spelers kiezen een lege speelschijf en zetten hem op het middenvak van
het speelbord.
2. Pak de dikste stapel kaarten en haal de 18 Poetskaarten eruit. Zet de overige
kaarten in de kaarthouder.
3. Het spel bevat in totaal 18 Poetskaarten; 6 x Hop, 6 x Stop en 6 x Gap (zie
Poetskaarten op de achterkant van dit blad). Je kunt deze kaarten ook uit
het spel laten, maar ze maken het eigenlijk nog leuker! Als je het spel met
de Poetsen spelen, geef je alle spelers (of teams) één kaart van elke soort. Leg
ongebruikte Poetskaarten uit het spel of verdeel ze over de teams.
4. Gooi om de beurt de dobbelsteen – wie het hoogst gooit, mag beginnen.
Elke stapel van 100 kaarten bevat een Markeerkaart.
Deze moet aan het begin van het spel achteraan in de
kaarthouder staan. Zet een kaart na gebruik altijd achter-
aan de rij waarvan je hem gepakt hebt, net zo lang totdat
de markeerkaart vooraan staat. Dat is het moment om
een nieuwe stapel kaarten in de kaarthouder te zetten.
Speelschijf
Partje
00386i04.indd 100386i04.indd 1 11/8/05 11:19:1911/8/05 11:19:19

Summary of content (2 pages)