User manual
21
S Laat de bewegende ketting nooit in contact
met objecten aan het uiteinde van het
zaagblad.
S Houd het werkterrein vrij van obstructies
zoals andere bomen, takken, rotsblokken,
hekken, boomstronken enz. Verwijder of
vermijd alle obstructies die u met uw zaag
zou kunnen raken terwijl u een bepaalde
stam of tak aan het zagen bent.
S Houd uw zaagketting scherp en op de juiste
spanning. Een losse of spanningsloze ket-
ting kan de kans op terugslag vergroten.
Volg de instructies van de fabrikant op voor
het slijpen en onderhouden van de ketting.
Controleer de spanning regelmatig met een
gestopte m otor, nooit met een lopende mo-
tor. Wees ervan verzekerd dat de bouten
van de klemmen van het zaagblad stevig zijn
vastgedraaid na het spannen van de ketting.
S Begin en ga door met het zagen op volle
snelheid. Indien de ketting op een lagere
snelheid beweegt, is de kans op terugslag
groter.
S Zaag één stam tegelijk.
S Wees extra voorzichtig wanneer u opnieuw
gaat zagen in een voorgaande snede.
S Begin niet met zagen met het uiteinde van
het zaagblad (stootzagen).
S Kijk uit voor schuivende stammen of ande-
re krachten die een snede kunnen afslui-
ten en de ketting kunnen vastknijpen of op
de ketting kunnen vallen.
S Gebruik het zaagblad voor gereduceerde
terugslag en de lage--terugslagketting die
voor uw zaag zijn gespecificeerd.
CONTROLE HOUDEN
Wissel nooit de
posities van uw
handen
Ga aan de linkerkant
van de zaag staan
Duim aan onderzijde van
handgreep
Elleboog vergren-
deld
S Houd de zaag in een goede, stevige gr eep
met beide handen terwijl de motor loopt en
laat de zaag niet los. Een stevige greep helpt
bij het reduceren van terugslag en het onder
controle houden van de zaag. Houd de vin-
gers van uw linkerhand rondom en uw linker-
duim onder de handgreep. Houd uw rechter-
hand volledig rondom de achterste
handgreep of u nu links-- of rechtshandig
bent. Houd uw linkerarm recht met uw elle-
boog vergrendeld.
S Plaats uw linkerhand op de voorste hand-
greep zodat deze op een rechte lijn ligt met
uw rechterhand op de achterste hand-
greep bij het maken van dwarssneden.
Draai nooit bij geen enkel soort zagen de
posities van de rechter-- en linkerhand om.
S Ga zo staan dat uw gewicht gelijk verdeeld
is over beide voeten.
S Ga enigszins links van de zaag staan zo-
dat uw lichaam zich niet op één lijn met de
zaagketting bevindt.
S Probeer niet te ver te reiken. U kunt uit uw
balans worden getrokken of geduwd en
uw controle over de zaag verliezen.
S Zaag niet boven schouderhoogte. Het is
moeilijk om boven schouderhoogte con-
trole over de zaag te houden.
VEILIGHEIDSFUNCTIES TEGEN
TERUGSLAG
WAARSCHUWING
:
De volgende
functies zijn op uw zaag aanwezig om u te hel-
pen het gevaar van terugslag te reduceren;
echter, dergelijk e functies zullen deze gevaa r-
lijke reactie niet geheel elimineren. Als gebrui-
ker van een kettingzaag dient u niet te rekenen
op veiligheidsinrichtingen. U dient alle veilig-
heidsvoorschriften, instructies en onderhouds-
voorschriften in deze handleiding op te volgen
om te helpen bij het voorkomen van terugslag
en andere krachten die ernstig letsel tot gevolg
kunnen hebben.
S Zaagblad voor gereduceerde terugslag
(Reduced--Kickback Guide Bar), ontwor-
pen met een uiteinde met een kleine straal
die de afmetingen van de gevarenzone
verkleint op het uiteinde van het zaagblad.
Uiteinde met
grote straal
op zaagblad
Uiteinde met
kleine straal
op zaagblad
Gevaren-
zone
Gevaren-
zone
S Lage--terugslagketting (Low--Kickback
Chain), ontworpen met een geprofileerde
dieptemeter en verbinding met stootplaat
die de terugslagkracht afbuigt en het hout
geleidelijk de zaag invoert.
Lage--terugslagketting
Geprofileerde dieptemet
e
Uitgestrekte verbind-
ing met stootplaat
buigt terugslagkracht
af en voert het hout
geleidelijk de zaag in
S Handbeschermplaat, ontworpenom de kans
te verkleinen dat uw linkerhand in aanraking
komt met de ketting w anneer uw hand van
de voorste handgreep afschiet.










