User manual

26
EEN KOUDE MOTOR STARTEN (of
starten na branstrof bijvullen)
OPMERKING
:
In de volgende stappen
wordt, wanneer de hendel voor de choke/
snel stationair draaien volledig is uitgetrok-
ken, de juiste instelling v an het gas bij het
starten automatisch ingesteld.
1. Zet de schakelaar in de stand AAN (ON).
2. Trek de hendel voor de choke/snel sta-
tionair draaien volledig uit.
3. Druk langzaam 6 maal op de ontste-
kingsknop.
4. Trek 5 keer hard aan het startkoord met uw
rechterhand; druk daarna de chokehendel/
snel stationair draaien in compleet (naarde
UIT-- (O FF CHOKE) stand).
5. Trek snel met uw rechterhand aan het
startkoord totdat de motor start.
6. Laat de motor gedur ende ongeveer vijf
seconden draaien. Knijp vervolgens in de
gashendel en laat deze weer los, zodat het
snel stationair draaien wor dt uitgeschakeld
en de motor stationair kan draaien.
CONTACTSCHAKELAAR
ON
STOP
(AAN)
(UIT)
OFF FULL
Chokehendel/
Snel stationair
draaien
(ZIJAANZICHT)
CHOKE/SNEL STATIONAIR DRAAIEN
EEN WARME MOTOR STARTEN
1. Zet de schakelaar in de stand AAN (ON).
2. Trek de hendel voor de choke/snel sta-
tionair draaien volledig uit om het gas in
te stellen, en zet vervolgens de hendel
voor de choke/snel stationair draaien in
de stand UIT (OFF CHOKE).
3. Trek snel met uw rechterhand aan het
startkoord totdat de motor start.
4. Knijp in de gashendel en laat deze weer
los, zodat de vergrendeling van het gas
wordt uitgeschakeld en de motor station-
air kan draaien.
EEN VERZOPEN MOTOR STARTEN
Er kan teveel brandstof in de motor terecht
komen wanneer deze na 10 maal trekken
nog niet is gestart. Het teveel aan brandstof
kan uit een verzopen motor worden verwij-
derd door de startprocedure voor een warme
motor te volgen die hierboven staat aange-
geven. Controleer of de contactschakelaar
in de stand AAN of START staat. Om de mo-
tor te starten kan het nodig zijn dat u vaak
aan het startkoord moet trekken, afhankelijk
van de mate waarin de motor verzopen is. In-
dien de motor niet start, raadpleegt u het dia-
gram voor het oplossen van problemen of
belt u het 1-800--nummer op het achterblad.
KETTINGREM
WAARSCHUWING
:
Als de r em-
band te veel versleten is kan hij breken wan-
neer de kettingrem erop wor dt gezet. De kettin-
grem stopt de ketting niet als de remband
gebroken is. De kettingrem moet worden ver-
vangen door een erkende servicedealer als elk
willekeur ig onderdeel versleten is tot op een
dikte van minder dan 0,5 mm. Kettingrepara-
ties moeten door een erkende servicedealer
wor den uitgevoerd. Breng uw apparaat naar
de plaats van aankoop indien bij een service-
dealer aangeschaft, of naar de dichtstbijzijnde
erkende hoofd--servicedealer.
S Deze kettingzaag is uitgerust met een ket-
tingrem. De rem is ontworpen om de ket-
ting bij terugslag te stoppen.
S De inertie--geactiveerde kettingrem wordt
geactiveerd wanneer de voorste handbes-
cherming naar voren wordt geduwd, zowel
handmatig (met de hand) als automatisch
(door een plotselinge beweging).
S Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt
deze uitgeschakeld door de voorste hand-
bescherming zover mogelijk naar de
voorste handgreep te trekken.
S Bij het zagen met de kettingzaag, dient de
kettingrem niet te zijn geactiveerd.
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Controle van functioneren kettin-
grem
WAARSCHUWING
:
De kettin--
grem moet dagelijks verschillende keren
worden gecontroleerd. Bij het uitvoeren van
deze procedure moet de motor draaien. Dit
is de enige keer dat de zaag op de grond
moet worden gezet terwijl de motor loopt.
Zet de zaag op stevige ondergrond. Pak de
achterste hendel met uw rechterhand beet, en
de voorste hendel met uw linkerhand. Geef vol
gas door de regelkleptrekker volledig in te trek-
ken. Activeer de kettingrem door uw linkerpols
tegen de handbescherming aan te draaien en
zonder de voorste hendel los te laten. De ket-
ting moet onmiddellijk stoppen.