Notebook Handleiding 1
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 2 Betreffende deze handleiding .................................................................... 6 1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingspictogrammen en -symbolen .................................................................................................................. 6 1.2. Gebruik voor het beoogde doel ........................................................................ 7 1.3. Conformiteitsinformatie ..............................................
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. Gegevensinvoer ......................................................................................... 34 8.1. Toetsenbord............................................................................................................34 8.2. Touchpad .................................................................................................................35 Harde schijven ...............................................................................
20. 21. 22. 23. 4 19.2. Oorzaak vaststellen ..............................................................................................61 19.3. Heeft u verder nog ondersteuning nodig?..................................................62 19.4. Ondersteuning van stuurprogramma‘s ........................................................62 19.5. Transport..................................................................................................................62 19.6. Onderhoud........................
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Aankoopdatum ...................................... Plaats van aankoop ...................................... Doelgroep Deze handleiding is vooral bedoeld voor eerste gebruikers en gevorderde gebruikers. Ongeacht het mogelijk beroepsmatig gebruik is de notebook bedoeld voor gebruik in een privé-woning. De vele toepassingsmogelijkheden staan ter beschikking voor het hele gezin.
1. Betreffende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt. In deze handleiding gebruikte symbolen en waarschuwingswoorden. 1.1.
WAARSCHUWING! Waarschuwing voor risico's door hoog geluidsvolume! • Opsommingspunt/informatie over gebeurtenissen tijdens de bediening Advies over uit te voeren handelingen 1.2. Gebruik voor het beoogde doel Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik, het beheer en het bewerken van elektronische documenten en multimedia-inhoud en voor digitale communicatie. Het apparaat is alleen bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt voor industrieel/commercieel gebruik.
1.3. Conformiteitsinformatie Dit product ondersteunt de volgende functies: • Wireless LAN • Bluetooth Hiermee verklaaren wij dat het product aan de volgende Europese eisen voldoet: • R&TTE-richtlijn 1999/5/EG • Ecodesign-richtlijn 2009/125/EG • RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Als uw apparaat is uitgerust met een ingebouwde WLAN-netwerkverbinding op de 5 GHz-frequentieband, mag het in alle landen van de EU uitsluitend binnen gebouwen worden gebruikt.* Volledige conformiteitsverklaringen kunt u vinden op www.
2. Veiligheidsaanwijzingen 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen • Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij deze personen onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Het notebook is niet geschikt om in een industriële onderneming te worden gebruikt. • Gebruik het notebook niet bij onweer om schade door blikseminslag te voorkomen. • Leg geen voorwerpen op het notebook en oefen geen druk uit op het beeldscherm. Het gevaar bestaat dat het beeldscherm breekt. • Er bestaat gevaar voor verwondingen, als het TFT-beeldscherm breekt. Neem de gebarsten onderdelen vast met beschermingshandschoenen en stuur ze op naar uw servicecenter voor deskundige verwijdering.
• Schakel het notebook onmiddellijk uit of schakel hem zelfs niet in, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met het servicecenter wanneer − de netadapter of de daaraan aangebrachte netkabel of stekker beschadigd is. Vervang de defecte netkabel/voedingseenheid door originele onderdelen. Repareer nooit beschadigde kabels en stekkers. − de behuizing van het notebook beschadigd is of wanneer er vloeistoffen in de behuizing binnengedrongen zijn.
2.5. Plaats van opstelling (in de notebookmodus) • Houd uw notebook en alle aangesloten apparaten uit de buurt van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht. Wanneer deze instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden tot storingen of tot beschadiging van het notebook. • Gebruik uw notebook niet in de open lucht, omdat externe invloeden zoals regen, sneeuw etc. schade aan het notebook kunnen toebrengen.
• Bewaar de originele verpakking voor het geval u het notebook moet verzenden. 2.7. Ergonomie LET OP! Voorkom verblinding, weerspiegeling en te sterke contrasten tussen licht en donker om uw ogen te sparen. Het notebook mag niet worden opgesteld in de directe omgeving van een raam omdat de werkruimte hier overdag zeer fel wordt verlicht. Deze sterke verlichting bemoeilijkt de aanpassing van de ogen aan het donkere display.
2.8. Aansluiten Neem de onderstaande instructies in acht om uw notebook veilig aan te sluiten: 2.8.1. Voeding GEVAAR! Open de behuizing van de voedingsadapter niet. Bij geopende behuizing is er kans op levensgevaarlike elektrische schokken. De voedingsadapter bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. • Het stopcontact moet zich in de buurt van het notebook bevinden en moet gemakkelijk bereikbaar zijn.
WAARSCHUWING! Een te hoog volume bij het gebruik van een oor- of hoofdtelefoon geeft een te hoge geluidsdruk en kan gehoorschade tot gevolg hebben. Stel het geluidsvolume in op de laagste stand voordat u iets gaat afspelen. Start de weergave en verhoog het volume tot het niveau dat u aangenaam vindt. Door het veranderen van de basisinstellingen van de equalizer kan het volume worden verhoogd en kan blijvende gehoorschade ontstaan.
• Houd minimaal een meter afstand aan van bronnen van hoge frequentie en/of magnetische interferentie (TV, luidsprekers, mobiele telefoon, DECT-telefoons etc.) om storingen en gegevensverlies te voorkomen. • Let erop dat u voor verbindingen tussen dit notebook en externe interfaces uitsluitend gebruik mag maken van afgeschermde kabels met een lengte van maximaal 3 meter. Voor het aansluiten van printers moet u gebruik maken van dubbel afgeschermde kabels.
2.11. Instructies voor de ingebouwde accu’s WAARSCHUWING! Gevaar voor explosie bij onjuiste vervanging van de accu‘s. De accu‘s mogen uitsluitend worden vervangen door hetzelfde type of een gelijkwaardig type zoals aangegeven door de fabrikant. De accu‘s mogen nooit worden geopend. Verwarm de accu‘s niet tot een temperatuur hoger dan 45 °C. Werp de accu‘s nooit in open vuur. Voer verbruikte accu’s af volgens de voorschriften van de fabrikant.
2.12. Maatregelen ter bescherming van het display • Het display is het meest gevoelige onderdeel van het notebook omdat het bestaat uit dun glas. Het kan daarom bij te sterke belasting beschadigd raken. Zorg dat de afdekking van het notebook niet wordt bekrast omdat eventuele krassen niet kunnen worden verwijderd. • Vermijd contact tussen het display en harde voorwerpen (zoals knopen, polshorloges, enz.). • Leg geen voorwerpen op het display. • Laat geen voorwerpen op het display vallen.
4. Aanzichten 4.1.
4.2. Rechterkant 14 15 16 17 18 19 21 20 (vergelijkbare afbeelding) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) Aan- / Uitschakelaar Vergrendeling voor de beeldschermrotatie Sleuf voor microSD-geheugenkaart microUSB 3.0 poort Poort miniHDMI Luidspreker Netadapter-aansluiting USB 2.0 poort 4.3.
4.4. Onderkant van de tabletdeel 27 28 29 27 (vergelijkbare afbeelding) 28) 29) 30) Openingen voor geleidebouten Verbindingsstekker naar het basisdeel Netadapter-aansluiting 5. Over dit apparaat Dit apparaat kan door de afneembare display zowel worden gebruikt in de notebookmodus als in de tabletmodus. 5.1. Gebruik in de notebookmodus Door eenvoudig de tableteenheid aan te sluiten op de basiseenheid ontstaat een notebook.
6. Ingebruikname Om uw notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften aan het begin van dit handboek hebben gelezen. De notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en u meteen kunt starten. Sluit de meegeleverde netadapter aan op de basiseenheid. Verbind vervolgens de netkabel met de adapter en vervolgens met het stopcontact.
7. Stroomvoorziening 7.1. Aan-/uitschakelaar Klap het notebook open en houd de aan/uit-schakelaar even ingedrukt om het notebook in of uit te schakelen. Onafhankelijk van het besturingssysteem wordt de notebook uitgeschakeld, wanneer de schakelaar langer dan 4 seconden ononderbroken wordt vastgehouden. LET OP! Schakel uw notebook niet uit, terwijl de harde schijf of de geheugenkaart actief zijn en de toegangslampjes branden. Anders kunnen er gegevens verloren gaan.
7.2.1. Notebook starten Klap het display open zoals hierboven beschreven en druk op de aan/uit-schakelaar. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm. De uit te voeren stappen worden in verschillende dialoogvensters uitgelegd. De welkomstprocedure begeleidt u door de verschillende schermen en dialoogvensters. Kies de gewenste taal en vervolgens de bijbehorende regionale (land)instellingen. Licentieovereenkomst Lees de licentieovereenkomst zorgvuldig door.
7.3. Accubedrijf OPMERKING! Laad en ontlaad de nieuwe accu‘s twee tot drie maal achter elkaar volledig zodat de accu‘s de volledige capaciteit kan bereiken! Accu‘s slaan de elektrische energie in de cellen op en geven deze energie bij belasting weer af. De levensduur en capaciteit van uw accu‘s worden bepaald door een zorgvuldig gebruik. De accu‘s moet altijd volledig worden ontladen en weer volledig worden opgeladen om de levensduur en de capaciteit te optimaliseren. 7.3.1.
7.3.3. Accu’s ontladen Gebruik het notebook met de accu’s tot het notebook door de geringe acculading vanzelf wordt uitgeschakeld. OPMERKING! Denk eraan dat u uw geopende bestanden tijdig opslaat om verlies van gegevens te voorkomen. 7.3.4. Accucapaciteit De bedrijfsduur van een volledig opgeladen accu hangt af van de instellingen van het energiebeheer. Deze kunt u in het Configuratiescherm onder Systeem en beveiliging, Energiebeheer aan uw persoonlijke voorkeuren en behoeften aanpassen.
7.4. Energiebeheer Uw notebook is voorzien van automatische en instelbare voorzieningen voor energiebesparing en - beheer voor een maximale gebruikstijd van de accu en beperking van de totale gebruikskosten. 7.4.1. Instellingen voor energiebeheer Volg de onderstaande instructies om de instellingen voor het energiebeheer aan te passen: Sleep de muiscursor naar de linkerhoek van het scherm. Het pictogram Start wordt nu weergegeven. Klik vervolgens op Energiebeheer.
Om gebruik te maken van deze potentiële energiebesparingen, is de functie voor energiebeheer vooraf ingesteld op het volgende gedrag als het systeem werkt op netvoeding: • • Het scherm wordt na 10 minuten uitgeschakeld De energiebesparende modus wordt na 30 minuten geactiveerds Bij accubedrijf: • Het scherm wordt na 5 minuten uitgeschakeld • De energiebesparende modus wordt na 15 minuten geactiveerds De computer verlaat de energiebesparende modus wanneer op de aan-/uit schakelaar of knop voor de energiebe
7.6.2. Vingerbewegingen voor het touchscreen Hieronder een overzicht van de voornaamste gebaren waarmee u programma’s en instellingen op uw pc kunt uitvoeren: Afbeelding • • Opdracht Vanaf de linkerkant naar het midden vegen Vanaf de linkerkant naar het midden en terug vegen Om de laatste app weer te geven, veegt u vanaf de linkerkant naar het midden van het beeldscherm.
Afbeelding 7.7. Opdracht Aangetipt houden Om een app-tegel te verplaatsen, houdt u deze aangetipt en sleept u hem naar zijn nieuwe plaats. Om een actieve app af te sluiten, houdt u de bovenkant van de app aangetipt en sleept u de app naar de onderkant van het beeldscherm. Aantippen / tweemaal aantippen Om een app te starten, tipt u de gewenste app aan. In de bureaubladmodus tipt u tweemaal een toepassing aan om deze op te starten.
7.8. Aan de persoonlijke voorkeur aanpassen Dit programma biedt u de mogelijkheid om de weergave aan uw beeldscherm aan te passen. Hierbij horen onder andere het achtergrondbeeld, de screensaver en geavanceerde instellingen voor uw beeldscherm en uw grafische kaart.
7.9. Externe monitor aansluiten Het notebook is voorzien van een miniHDMI-aansluiting voor een externe monitor. Sluit uw notebook op de juiste manier af. Sluit de signaalkabel van de externe monitor aan op de miniHDMI-aansluiting van uw notebook. Sluit de externe monitor aan op het lichtnet een schakel de monitor in. Schakel nu uw notebook in. Nadat het besturingssysteem is opgestart, wordt de externe monitor herkend. Er zijn nu meerdere mogelijkheden beschikbaar.
7.9.1. Alleen tweede scherm Het bureaublad wordt alleen weergegeven op de tweede (externe) monitor. 7.9.2. Dupliceren Deze modus dupliceert het scherm van het notebook op de externe monitor. OPMERKING! Bij deze modus moeten beide beeldschermen op dezelfde resolutie worden gezet. 7.9.3. Uitbreiden In deze modus wordt op het tweede (externe) beeldscherm een leeg bureaublad weergegeven. Vensters kunnen vanaf het eerste beeldscherm naar het tweede worden verschoven.
8. Gegevensinvoer 8.1. Toetsenbord Door aan een aantal toetsen een dubbele functie toe te kennen, beschikt u over dezelfde functionaliteit als op een standaard Windows-toetsenbord. Sommige functies worden ingevoerd met behulp van de voor notebooks typische Fn-toets. 8.1.1.
8.2. Touchpad In de normale modus volgt de muiscursor de beweging van uw vinger op het touchpad in dezelfde richting. LET OP! Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd kan worden. Onderaan het touchpad bevinden zich een linker- en een rechterknop de op dezelfde manier kunnen worden gebruikt als bij een gewone muis.
Afbeelding Opdracht Functie Van boven naar beneden over het touchpad vegen Opent op het startscherm het contextmenu en Internet Explorer de tabs boven en beneden Vanaf rechts in het touchpad vegen Opent de menubalk Vanaf links in het touchpad vegen Bladeren door alle geopende vensters 9. Harde schijven De harde schijven zijn het belangrijkste opslagmedium waarbij een hoge opslagcapaciteit wordt gecombineerd met een snelle gegevenstoegang.
LET OP! Voordat u de display van het apparaat neemt moet u alle geopende documenten/mediabestanden op de harde schijf van de basiseenheid sluiten om te voorkomen dat u gegevens kwijtraakt. In een andere, niet-overschrijfbare partitie zijn de opstartbestanden voor systeemherstel, en de installatiebestanden van Windows® 8 ondergebracht. Deze partitie mag niet worden verwijderd. 10.
10.1.1. Overzicht van de Dolby-profielen Symbol Dolby-Profil Muziek Film optimale instelling voor muziek optimale instelling voor videoweergave Games optimale instelling voor games Spraak optimale instelling voor bijv.
10.2. Externe audio-aansluitingen Uw notebook is voorzien van ingebouwde stereoluidsprekers zodat u altijd geluid kunt weergeven zonder aanvullende apparatuur. Het gebruik van de externe aansluitingen geeft u de mogelijkheid om uw notebook aan te sluiten op externe apparatuur. Met behulp van de toetscombinaties Fn +F11 en Fn+F12 kunt u het geluidsvolume regelen.
11. Netwerkgebruik 11.1. Wat is een netwerk? Men spreekt van een netwerk wanneer meerdere computers direct met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de gebruikers informatie en gegevens onder elkaar uitwisselen en randapparatuur (b.v. printers en opslagmedia) delen. Enkele praktische voorbeelden: • Binnen een kantoor worden berichten via e-mail uitgewisseld en worden afspraken centraal beheerd.
11.2.1. Voorwaarden Als verbinding kunt u gebruik maken van een zgn. WLAN Access Point. Een WLAN Access Point is een draadloos communicatieapparaat dat met uw notebook communiceert en de toegang tot het aangesloten netwerk regelt. WLAN Access Points zijn te vinden in grote kantoren, luchthavens, treinstations, universiteiten of internetcafés. Deze toegangpunten bieden toegang tot de eigen diensten en netwerken via internet. Meestal zijn er toegangsrechten nodig die in de regel betaald moeten worden.
LET OP! Gebruik de Bluetooth-functie niet op locaties (b.v. ziekenhuizen, vliegtuig etc.) waar apparatuur wordt gebruikt die gevoelig is voor radiografische signalen. Schakel deze optie alleen in wanneer u er zeker van bent dat er geen gevaar voor storing bestaat. 11.4. Vliegtuigmodus In de vliegtuigmodus worden alle draadloze verbindingen (b.v. WLAN, Bluetooth) uitgeschakeld. Standaard is de vliegtuigmodus uitgeschakeld zodat alle draadloze verbindingsmogelijkheden beschikbaar zijn.
12. Geheugenkaartlezer Geheugenkaarten zijn gegevensdragers die b.v. bij digitale fotografie worden gebruikt en langzamerhand de diskette als opslagmedium vervangen. De vorm en de capaciteit van de geheugenkaart kan per fabrikant verschillen. Uw notebook ondersteunt de volgende formaten: • microSD (Secure Digital), microSDHC, microSDXC 12.1. Geheugenkaart plaatsen Schuif de microSD-geheugenkaart op de hieronder aangegeven in het slot van de tableteenheid.
13. USB-aansluiting De USB is een standaard voor het aansluiten van invoerapparatuur, scanners en andere randapparatuur. De USB 3.0-aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel. Uw notebook is voorzien van Basiseenheid 2x USB 2.0 Tableteenheid 1x microUSB 3.0 OPMERKING! Sluit de USB-apparatuur indien mogelijk altijd aan op de aansluiting die bij de installatie is gebruikt. Anders krijgt het apparaat mogelijk een andere ID en moeten de stuurprogramma‘s opnieuw worden geïnstalleerd. 14.
15. Software Dit hoofdstuk geeft informatie over de software Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het besturingssysteem, de software (toepassingen) en de Windows activering. OPMERKING! De huidige Windows familie bestaat uit Windows 8 en Windows 8.1. Windows 8.1 is de eerste update van de Windows 8 generatie. 15.1.
15.3. Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden 15.3.1. Microsoft account Een Microsoft-account bestaat uit een e-mailadres en een wachtwoord voor de aanmelding bij Windows. U kunt hiervoor gebruik maken van een willekeurig e-mailadres. Wij adviseren echter om gebruik te maken van het adres dat u gebruikt om ook met vrienden te communiceren en waarmee u zich bij uw favoriete websites aanmeldt. Met een Microsoft-account kunt u in de store kosteloos of tegen betaling apps downloaden en installeren op max.
15.3.3. Jump Lists Jump Lists vormen een handige mogelijkheid om bestanden te openen waarmee u de laatste tijd heeft gewerkt. Om de recent gebruikte bestanden weer te geven, klikt u eenvoudig met de rechter muisknop op het symbool van de toepassing op de taakbalk. Wanneer u dus bijvoorbeeld met de rechter muisknop op het Word-symbool klikt, wordt een lijst met de meest recent gebruikte Word-documenten weergegeven.
15.3.5. Beter apparaatbeheer Met Windows® 8 kunt u alle apparatuur via de centrale functie „Apparaten“ aansluiten, beheren en gebruiken. Alle apparaten worden op een centrale plaats weergegeven. Met de nieuwe „Device Stage“-technologie gaat Windows® 8 bij het apparaatbeheer zelfs nog een stap verder Device Stage ondersteunt u bij het gebruik van alle compatibele apparatuur die op de computer is aangesloten.
15.4.1. Bij Windows aanmelden Om met Windows® 8 te kunnen werken, moet u in Windows® 8 een gebruikersaccount aanmaken. Plaats de muiscursor in de rechter bovenhoek van het scherm, beweeg de muis omlaag en klik op Instellingen. Kies de optie Pc-instellingen wijzigen. Open de categorie Gebruikers. Kies de optie Een gebruiker toevoegen om verdere gebruikersaccounts aan te maken. Met Windows® 8 kunt u zich op drie verschillende manier bij Windows aanmelden.
15.4.4. Afbeeldingswachtwoord voor Windows instellen Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Instellingen. Klik vervolgens op Pc-instellingen wijzigen. Kies de optie Gebruikers. Klik op Stel een afbeeldingswachtwoord in en volg de aanwijzingen op het scherm. OPMERKING! Het aanmelden met een afbeeldingswachtwoord is speciaal ontwikkeld voor apparaten met een touchdisplay.
15.6. Windows®8 startscherm Nadat het besturingssysteem is opgestart, bevindt u zich op het nieuwe Windows® 8-startscherm. (Afbeelding vergelijkbaar) OPMERKING! Apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven. De miniatuurafbeeldingen van apps zijn groter dan de afbeeldingen van de normale tegels. 15.7. Windows® 8-bureaublad Deze afbeelding toont een symbolische weergave over extra programma‘s.
15.7.1. Werken met Windows® 8 en klassieke apps In de onderstaande tabel vindt u uitleg over werken met Windows en de apps. Bij elke functie vindt u in de kolom “Uit te voeren handelingen” eerst de procedure bij gebruik van een muis of een touchpad en op de tweede regel de procedure in de tabletmodus. Menu Uit te voeren handelingen Klik met de linkermuisknop op de gewenste app. Een app openen Tik de gewenste app aan. Een app sluiten OPMERKING! Druk op de toetscombinatie Alt+F4.
Menu App aan de taakbalk koppelen Uit te voeren handelingen Klik met de rechtermuisknop op het startscherm. Klik op Alle apps in de rechter onderhoek van het scherm. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste app om deze te markeren. Klik op Aan taakbalk koppelen in de linker onderhoek van het scherm. Veeg op het startscherm vanaf de onderrand naar boven om alle apps weer te geven. Tik op de gewenste app en houd het icoon vast totdat het contextmenu aan de onderrand verschijnt.
Menu App uitvoeren als beheerder (Alleen mogelijk met desktopapps) App uitvoeren in een nieuw venster (Alleen mogelijk met desktopapps) Apps zoeken Apps rangschikken Meerdere apps markeren 54 Uit te voeren handelingen Klik met de rechter muisknop op de gewenste app. Klik op Als beheerder uitvoeren aan de onderrand van het scherm. Tik op de gewenste app en houd het icoon vast totdat het contextmenu aan de onderrand verschijnt.
15.8. Gebruik van de zoekfunctie Om verschillende taken resp. instellingen of apps snel te vinden kunt u gebruik maken van de zoekfunctie. Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Zoeken. Voer de naam van de app of een bestand in en kies een van de resultaten in het overzicht links op het scherm. De zoekresultaten zijn gesorteerd op Apps, Instellingen en Bestanden. Kies de categorie (Apps, Instellingen of Bestanden) waaronder het gewenste bestand zich bevindt. 15.9.
15.10. Instellingen in het Configuratiescherm Met behulp van het configuratiescherm kunt u de instellingen van Windows® 8 wijzigen. Via deze instellingen kunt u vrijwel alles instellen voor de weergave en de werking van Windows® 8. U heeft hier de mogelijkheid om Windows® 8 volledig volgens uw eigen voorkeuren te configureren. Bij de eerste keer dat het configuratiescherm wordt geopend, worden enkele van de meest gebruikte elementen weergegeven, verdeeld in categorieën.
16. Notebook herstellen van de oorspronkelijke fabriekstoestand Wanneer uw systeem niet meer correct reageert en het systeem hersteld moet worden, kunt u afhankelijk van de uitrusting van uw notebook gebruikmaken van Cyberlink PowerRecover of de herstelopties van Windows zelf. 16.1.
LET OP! Bij de optie met back-up van de gebruikersgegevens kan het systeemherstel geruime tijd in beslag nemen. Alleen de bestanden en gegevens in de map C:\User worden opgeslagen. Alle andere gegevens worden gewist. Voer daarom altijd regelmatig een back-up uit op een externe gegevensdrager.
16.5. Een fabrieksherstel uitvoeren Veeg vanaf de rechterrand van het scherm en tik achtereenvolgens op Instellingen en Pc-instellingen wijzigen. (Als u met een muis werkt, wijst u de rechterbovenhoek van het scherm aan, beweegt u de muisaanwijzer naar beneden en klikt u achtereenvolgens op Instellingen en Pc-instellingen wijzigen). Tik of klik op Bijwerken en herstellen en vervolgens op Herstel. Tik of klik onder Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren op Aan de slag.
18. FAQ - veel gestelde vragen Waar kan ik de benodigde stuurprogramma‘s voor mijn notebook vinden? − De stuurprogramma’s bevinden zich op de ingebouwde HDD in de basiseenheid. Wat is de Windows-activering? − In deze handleiding vindt u een hoofdstuk met uitgebreide informatie over dit onderwerp. Hoe kan in Windows activeren? − Windows wordt automatisch geactiveerd zodra er een internetverbinding beschikbaar is.
19. Klantenservice 19.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen Storingen kunnen soms banale oorzaken hebben, maar soms ook worden veroorzaakt door defecte onderdelen. Wij willen u hiermee een handleiding bieden om het probleem op te lossen. Als de hier beschreven maatregelen geen resultaat opleveren, helpen wij u graag verder. Bel ons gerust op! 19.2. Oorzaak vaststellen Begin met een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen.
Het touchpad werkt niet. Om het touchpad in te schakelen, drukt u de toetscombinatie Fn + F9. Apps (b.v. het weer) kunnen niet als live tegel worden weergegeven. Controleer de datum, de tijdzone en de huidige tijd. 19.3. Heeft u verder nog ondersteuning nodig? Als u ondanks de bovenstaande suggesties nog steeds problemen heeft, kunt u contact opnemen met uw hotline of gaat u naar www.medion.com. Wij zullen u dan verder helpen.
Wanneer u de handbagage op een luchthaven passeert wordt aangeraden om het notebook en alle magnetische opslagmedia (externe harde schijven) bij de handbagage te laten controleren. Vermijd de poort of de magneetdetector die de bewaking met de hand gebruikt omdat deze mogelijk uw gegevens kan beschadigen. 19.6. Onderhoud LET OP! Het notebook bevat van binnen geen onderdelen die moeten worden gereinigd of onderhouden.
20.1. Opmerkingen voor de servicetechnicus • Het openen van de behuizing van uw notebook en het uitbreiden en/of upgraden van uw notebook is voorbehouden aan servicetechnici. • Maak uitsluitend gebruik van originele vervangingsonderdelen. • Verwijder voor het openen van de behuizing alle voedings- en aansluitkabels. Wanneer het notebook voor het openen niet van het lichtnet wordt losgekoppeld, bestaat er een kans dat componenten worden beschadigd.
22. Europese norm EN 9241-307 klasse II Bij Active Matrix TFT‘s met een resolutie van 1920 x 1080 pixels, die zijn samengesteld uit elk drie subpixels (rood, groen, blauw), worden in totaal ca. 6,2 miljoen stuurtransistors gebruikt. Door dit zeer hoge aantal transistors en het daarmee verbonden uiterst complexe productieproces kan er sporadisch sprake zijn van uitvallende of verkeerd aangestuurde pixels resp. afzonderlijke subpixels.
EN 9241-307, foutklasse II 66 Resolutie Type 1 Type 2 Type 3 1024 x 768 1280 x 800 1280 x 854 1280 x 1024 1366 x 768 1400 x 1050 1600 x 900 1920 x 1080 2 3 3 3 3 3 3 4 2 3 3 3 3 3 3 4 4 6 6 7 7 8 8 9 Cluster Type 1/Type 2 0 0 0 0 0 0 0 0 Cluster Type 3 2 3 3 3 3 3 3 3
23. Index A Aan-/uitschakelaar ....................................23 Aanzichten ...................................................19 Onderkant van de tabletdeel ...........21 Open Notebook ....................................19 Accubedrijf ..................................................25 Accucapaciteit ............................................26 B Beeldschermresolutie ..............................30 Beter apparaatbeheer..............................
USB-aansluiting..........................................44 V Veiligheidsaanwijzingen ............................9 Opmerkingen over de accu ..............17 Vliegtuigmodus .........................................42 Voeding .........................................................14 W Werken met de apps ................................52 Windows®8 startscherm .........................51 Wireless LAN................................................40 Voorwaarden..........................................