Operation Manual
27
7.4. Energiebeheer
Uw notebook is voorzien van automatische en instelbare voorzieningen voor ener-
giebesparing en - beheer voor een maximale gebruikstijd van de accu en beperking
van de totale gebruikskosten.
7.4.1. Instellingen voor energiebeheer
Volg de onderstaande instructies om de instellingen voor het energiebeheer aan te
passen:
Sleep de muiscursor naar de linkerhoek van het scherm. Het pictogram Start
wordt nu weergegeven.
Klik vervolgens op Energiebeheer.
Selecteer een schema voor energiebeheer dat aan uw persoonlijke behoeften
voldoet.
Het pictogram Energie geeft als volgt verschillende en aan elkaar gerelateerde
opties weer.
7.4.2. Energie besparen (Slaapstand)
Bij deze instelling blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw note-
book bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld om
het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v. het notebook
dichtklapt wordt het in de spaarstand gezet en bij het openklappen automatisch
weer opgestart!
U kunt uw computer vanuit de stand voor energiebesparing starten door op de
aan-/uit schakelaar te drukken.
OPMERKING!
De instellingen voor energiebesparing kunnen op elk moment in het
energiebeheer worden gewijzigd.
7.4.3. Tips voor energiebesparing
• Gebruik de toets Fn + F1 voor de slaapstand om de energiezuinige stand in te
schakelen.
• Schakel de instellingen in Energiebeheer in om het energiebeheer van de com-
puter te optimaliseren.
• Haal altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, verwijder de accu of
schakel de wandschakelaar van het stopcontact uit als de computer geduren-
de langere tijd niet zal worden gebruikt om het energieverbruik tot nul terug te
brengen.
De functie voor energiebeheer stelt de computer in staat om een spaar- of „slaap-
stand“ te activeren na een periode van inactiviteit van de gebruiker.