User manual

2. Filter (A) heeft twee delen. Haal de twee
delen uit elkaar om het filter te demonte-
ren.
3. Maak de onderdelen schoon onder stro-
mend water.
4. Plaats de twee delen van filter (A) tegen
elkaar en druk ze samen. Zorg ervoor
dat ze goed worden gemonteerd.
5. Verwijder filter (B).
6. Maak filter (B) schoon onder stromend
water.
7. Zet de filter (B) op zijn oorspronkelijke
plaats. Zorg ervoor dat het filter goed
wordt gemonteerd in de twee geleiders
(C).
8. Zet filter (A) in filter (B) op zijn plaats.
Draai filter (A) met de klok mee (rechts-
om) totdat het filter wordt vergrendeld.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproei-
armen hebben verstopt, verwijder deze dan
met een smal en puntig voorwerp.
De buitenoppervlakken reinigen
Reinig de buitenoppervlakken van het ap-
paraat en het bedieningspaneel met een
vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmidde-
len.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton).
Problemen oplossen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te los-
sen (zie tabel). Neem als dit niet lukt contact
op met de service-afdeling.
Bij sommige storingen wordt er op de
display een alarmcode weergegeven:
- Het apparaat wordt niet gevuld met
water
- Het apparaat pompt geen water
weg
- De anti-overstromingsinrichting is
ingeschakeld.
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit voordat u de controles uitvoert.
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
De waterkraan is verstopt of
aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met de wa-
terleidingsmaatschappij.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
Het filter in de wateraanvoers-
lang is verstopt.
Maak het filter schoon.
16