Operation Manual

NL 21
GEBRUIK
Door het voorverwarmsymbool te activeren (zwart = aan) en op
de ‘start/stop’-toets te drukken, wordt de voorverwarmfunctie
geactiveerd en het display geeft een waarschuwing weer:
“Voorverwarmen gestart. Plaats het gerecht nog niet in de oven”.
Plaatst u het gerecht nog niet in de oven.
Als de oven is voorverwarmd klinkt er een korte toon en er
verschijnt een boodschap op het display: “Voorverwarmen gereed.
Plaats uw gerecht in de oven”. Nu kunt u het gerecht in de oven
plaatsen.
Het programma gaat verder met het bakken/braden volgens de
gekozen instellingen.
Wanneer ‘Voorverwarmen’ gekozen is, kunt u de functie
‘Uitgestelde start’ niet kiezen.
Temperatuurinstelling
1. Draai aan de ‘selectieknop’ om het symbool voor de
oventemperatuur te kiezen.
2. Bevestig uw keuze door de ‘selectieknop’ in te drukken.
3. Stel met de ‘selectieknop’ de gewenste temperatuur in.
4. Bevestig uw keuze door de ‘selectieknop’ in te drukken.
Oveninstellingen
Raadpleeg onderstaande tabel voor het kiezen van de juiste functie.
Lees ook de instructies op de verpakking voor het bereiden van het
gerecht.
Gebruik alleen glazen schalen die bestand zijn tegen een
temperatuur van 240 °C.
Functie Beschrijving
Bovenwarmte + Onderwarmte
Het gerecht wordt verwarmd door verwarmings-
elementen boven en onder in de ovenruimte.
Deze functie is geschikt voor traditioneel bakken
en braden.
Gebak of vlees kan alleen gebakken/geroosterd
worden op één niveau (in één geleider).
Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
Aanbevolen temperatuur: 200 °C.
Voorverwarmen wordt aanbevolen.
2