Operation Manual

18
INSTALLATIE
Gasaansluiting: RC 1/2” (ISO 7/1-RC 1/2)
De gasaansluiting moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften. Voor
Nederland zijn dit onder andere de GAVO-
voorschriften (NEN 1078).
Deze bepalen onder andere dat:
uitsluitend goedgekeurde materialen
gebruikt mogen worden.
De gasaansluiting kan aan de achterzijde naar
keuze links of rechts boven gemaakt worden.
Dit kan door de gasaansluiting en de afsluit-
dop om te wisselen.
Let op:
De gassoort en het land waarvoor het toestel
is ingericht staan vermeld op het gegevens-
plaatje.
In de fabriek is het toestel ingeregeld voor
G25 (aardgas) met een druk van 25 mbar.
Toestelcategorie klasse 2 subklasse 1.
Sluit het fornuis aan met een vaste leiding.
Dit in verband met de hoge temperaturen
die de oven kan bereiken.
Aansluiting door middel van een speciaal
daarvoor bestemde veiligheidsslang is ook
toegestaan. Monteer deze slang terzijde
van het fornuis om aanraking met hete
fornuisdelen te voorkomen.
In alle gevallen moet er voor het toestel
een gaskraan geplaatst worden op een
makkelijk bereikbare plaats.
Tabel:
G25/25mBar
Brandertype (kW)
sudderbrander 1,00
normaalbrander 1,75
sterkbrander 3,00
wokbrander 3,60
oven (NF930) 3,80
Inbouwmaten
Gasgeventileerde oven NF930
Voor een goede en veilige werking heeft de
gasoven voldoende luchttoevoer nodig. Indien
een plint onder het fornuis wordt toegepast
moet daarin een opening van minimaal
100 cm
2
gemaakt worden.
Montage stelvoetjes
Het fornuis is uitgerust met 4 stelvoetjes
waarmee de hoogte kan worden ingesteld.
Til het fornuis op en schroef de voetjes in de
speciale openingen in de hoeken (zie fig. 14).
600
900
50
890
-
950
fig. 13
900
-
950