Operation Manual

STORINGEN21
Storingen zelf verhelpen
Mocht het toestel niet naar wens
functioneren, controleer dan eerst of u de
storing zelf kunt verhelpen met behulp van de
onderstaande aanwijzingen. Vaak is maar een
kleinigheid de oorzaak van de storing.
Brander brandt niet goed (indien van
toepassing)
Brander vuil of vochtig.
Brander schoon en/of droog maken.
Oven wordt niet warm
Verkeerde temperatuur ingesteld.
Stel de oventemperatuur opnieuw in.
Thermostaat defect.
Oven uitzetten en service dienst bellen.
Klok werkt niet (indien van toepassing)
Geen stroomtoevoer.
Steek de stekker in het stopcontact.
Zekering in de meterkast defect.
Vervang de zekering.
Oven of grill wordt niet warm
Zekering in de meterkast defect.
Vervang de zekering.
Verkeerde temperatuur ingesteld.
Stel de oventemperatuur opnieuw in.
Klok (indien van toepassing) niet goed
ingesteld.
Stel de klok op de juiste wijze in (zie
pag. 11).
Ovenverlichting brandt niet
Geen stroomtoevoer.
Steek de stekker in het stopcontact.
Lamp defect.
Maak het toestel spanningsloos door de
stekker uit het stopcontact te trekken of
door de hoofdschakelaar in de meterkast
om te draaien. Draai het glaskapje links
achterin de oven los. Vervang het lampje.
Draai het glaskapje weer vast. Let op de
juiste plaats van de afdichting.
Schakel de zekering weer in.
Let op: Gebruik alleen lampjes van 15 W,
die tot 300 °C hittebestendig zijn.