Operation Manual

Waar u op moet letten
Bedek de ovenbodem nooit met
aluminiumfolie en plaats ook geen
bakblikken of -vormen op de ovenbodem.
De folie houdt namelijk de hitte tegen,
waardoor emailleschade ontstaat en het
bakresultaat ongunstig beïnvloed wordt.
Giet nooit water in de hete oven. Hierdoor
kan emailleschade ontstaan.
In verband met de elektrische veiligheid
mag het toestel niet met hogedrukreinigers
of stoomreinigers schoongemaakt worden.
Controleer voordat u het toestel aansluit, of
de aanduiding van het voltage van het
toestel overeenkomt met de netspanning in
uw woning.
Open nooit de behuizing van het toestel en
verander de mechanische en/of elektrische
opbouw van het toestel niet. Dit kan leiden
tot gevaarlijke situaties (aanraken van
spanningvoerende onderdelen) en
storingen.
Het toestel mag niet met een verlengkabel
op de netspanning worden aangesloten. Dit
kan leiden tot onveilige situaties
(oververhitting).
Verwarm nooit gesloten conservenblikken.
Er onstaat een overdruk in het blik,
waardoor het kan exploderen.
Bereid diepvriesproducten zoals pizza’s bij
voorkeur op het rooster, bedekt met
bakpapier. Bij gebruik van de bakplaat kan
deze vervormen door het grote
temperatuurverschil.
Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende
verhit worden. De tijd die daarvoor nodig
is, hangt van vele factoren af, zoals de
hoeveelheid en het soort gerecht. De
eventueel in het voedsel aanwezige
bacteriën worden alleen gedood als het
voedsel minimaal 10 minuten bij een
temperatuur hoger dan 70 °C verhit wordt.
Laat het voedsel wat langer garen, als u
niet zeker weet of het voedsel genoeg
verhit is.
Bij het bereiden van gerechten die alcohol
bevatten, kan de alcohol door de hoge
temperaturen verdampen. De damp kan
vlam vatten als hij in aanraking komt met
een heet ovenelement.
Zet de afdekplaat altijd omhoog bij gebruik
van de kookplaat. Alvorens de afdekplaat
omhoog te zetten, moet u er voor zorgen
dat deze droog is.
Laat het toestel afkoelen voordat u de
afdekplaat sluit.
Wees voorzichtig met licht ontvlambare
materialen in de omgeving van het toestel;
denk bijvoorbeeld aan kleding.
VEILIGHEID3