Operation Manual

uw kookplaat
10
11
uw kookplaat
4 De keramische kookplaat4 De keramische kookplaat
4.1 Bediening
Op het glazen werkoppervlak worden de vier kookzones aangeduid door middel van
een cirkel. De diameter van de panbodem moet zoveel mogelijk overeenkomen met de
diameter van de kookzone.
Kinderbeveiliging
De bedieningsknoppen zijn voorzien van een kinderbeveiling. U moet eerst de knop
induwen voordat u de kookplaat kunt bedienen.
In- en uitschakelen
Inschakelen
Zet een pan op een kookzone, druk de bedienings- º
knop in en draai de bedieningsknop in de gewenste
stand. De kookzone zal nu warm worden. De kookzone
schakelt automatisch aan en uit om het door u
ingestelde vermogen te leveren. Bij lagere standen
is de kookzone lang uit en af en toe aan. Bij hogere
standen is de kookzone lang aan en af en toe uit.
Uitschakelen
Draai de bedieningsknop naar de nulstand. º
Aan/uit indicatielampje
Zodra een kookzone wordt ingeschakelt, gaat er een
indicatielampje branden.
Restwarmte-indicatie
De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en dooft zodra de glasplaat een
veilige temperatuur heeft bereikt.
Restwarmte wordt met een lampje op de glasplaat aangegeven.
1. Indicatie kookzone
2. 0-stand
3. Volstand
4. Kleinstand
4.2 Comfortabel koken
4.2.1 De keramische kookplaat optimaal gebruiken
Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone.
Hiermee voorkomt u dat voedselresten op de gloeiend
hete kookzone terechtkomen. Ingebrande voedselresten
zijn moeilijk te verwijderen. Bovendien kunnen de
handgrepen te heet worden en gaat er veel energie
verloren.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt
voor keramisch koken.
Gebruik nooit aluminiumfolie, zoals bakjes van kant-en-klaar gerechten, om voedsel
in te bereiden. Wanneer aluminiumfolie op de kookzone smelt, is het niet meer te
verwijderen. Aluminiumfolie heeft bovendien een zeer slechte warmteoverdracht.
Til pannen altijd op als u ze verplaatst. Schuiven met
pannen kan krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn.
Zet alleen pannen met een schone en droge bodem op het kookvlak. U voorkomt
hiermee dat er moeilijk te verwijderen vlekken ontstaan.
Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
Schuif de panbodem over een licht vochtige doek, voordat u de pan op de kookzone
zet. Dit voorkomt dat er vuil op het kookvlak terechtkomt.
goed
fout
goed
fout