Operation Manual

16
17
5 De elektrische kookplaat
5.1.3 Toestelinformatie
De kookelementen zijn vervaardigd van gietijzer. De warmte wordt verkregen door
gloeispiralen die ringsgewijs in het element liggen. De warmte wordt door directe
geleiding aan de panbodem afgegeven. Elk element is gevat in een roestvaststalen
afsluitrand. Bij gebruik van een of meerdere elementen gaat op het bedieningspaneel
de controlelamp aan.
5.2 Comfortabel koken
5.2.1 Pannen
Voor een goede warmteoverdracht is het belangrijk dat:
de pan een solide vlakke bodem heeft;
de bodem van de pan droog is. Vocht op de kookplaat kan roest veroorzaken;
de diameter van de pan iets groter is dan de diameter
van de kookplaat. Een te kleine pan veroorzaakt een
onregelmatige warmteverdeling in de kookplaat. Hierdoor
kan de kookplaat krom trekken of zelfs barsten. Bovendien
zal bij een te kleine pan overgekookt voedsel op de
kookplaat komen, de handgrepen kunnen te heet worden
en er gaat veel energie verloren.
5.2.2 Bediening
Een symbool boven de bedieningsknop geeft aan welk element wordt bediend. De
bedieningsknoppen kunt u zowel links- als rechtsom draaien.
Gebruik een hoge stand voor:
het aan de kook brengen van alle gerechten;
het slinken van bladgroenten;
het aanbraden van vlees;
het bakken van een biefstuk, vis en aardappelen;
het bakken van flensjes en wentelteefjes;
frituren.
5 De elektrische kookplaat
fout
goed
Gebruik de middelste stand voor:
het bakken van pannenkoeken, drie in de pan;
het doorbakken van vis en klein vlees;
het doorbraden van groot vlees;
uien fruiten.
Gebruik een lage stand voor:
het doorkoken van gerechten met een kooktijd van meer dan 10 minuten;
het smoren van groenten;
het ontdooien van diepgevroren bladgroenten;
het trekken van bouillon;
het stoven van vlees;
het warmhouden van gerechten;
het doorkoken van kleine hoeveelheden.
Stand 0
Op deze stand is het element uitgeschakeld.
Doorkoken van gerechten met een kooktijd korter dan 10 minuten, nadat het gerecht
eerst op een hogere stand aan de kook is gebracht.
5.3 Onderhoud
Regelmatig onderhoud direct na gebruik voorkomt dat overgekookt voedsel lange tijd
op de vangschaal kan inwerken en hardnekkige, moeilijk te verwijderen vlekken ontstaan.
5.3.1 Dagelijks
Het toestel reinigen met een sopje van een afwasmiddel of allesreiniger. Gebruik niet te
veel vocht, zodat dit de ventilatieopeningen binnen kan dringen.
5.3.2 Hardnekkige vlekken op email
Verwijderen met een vloeibaar schuurmiddel of kunststof schuursponsje.
Gebruik nooit schuurpoeders, agressieve reinigingsmiddelen en groene
schuursponsjes.