Montage- en Bedieningshandleiding Montage Veiligheid Bijzonderheden Service Uw fiets 1
Inhoudsopgave 2 Belangrijk voor uw veiligheid Informatie Voor de eerste rit 30 Montage 4 Stuur 7 Zadel 9 Pedalen 10 Instellingen Verlichting Zijdynamo Roldynamo 11 Spaakdynamo Naafdynamo 12 Koplamp instellen Wielen 13 Bandenspanning 14 Het ventiel Het Sclaverand-ventiel Het Autoventiel Het Dunlop-ventiel 15 Veringen 16 Remmen Eerste ingebruikneming Terugtraprem Zijtrekrem Middenoptrekrem Cantileverrem Instelling V-rem (V-brake) Instelling Trommelrem Schijfrem Hydraulische remmen Remhendels Fijnstelling va
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID Verklaring van begrippen In deze handleiding vindt u de volgende symbolen en aanduidingen: Gevaar! Groot risico. Negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel veroorzaken. Let op! Gemiddeld risico. Negeren van deze waarschuwing kan materiële schade veroorzaken. Belangrijk! Klein risico. Deze zaken dienen in acht te worden genomen. Let op! Deze fiets is af fabriek erg goed voorgemonteerd maar nog niet gereed voor gebruik.
• Wij raden u aan reparaties te laten uitvoeren door onze reparatiedienst of door een andere fietsenmaker. Onderdelen die door een ongeval of onjuiste behandeling zijn verbogen of beschadigd, dienen wegens het gevaar op breken direct te worden vervangen, bijv. frame, stuur, voorbouw, voorvork, pedalen, krukarmen. • Technische veranderingen aan uw fiets mogen slechts met inachtneming van het Wegenverkeersreglement en de overeenkomstige DIN-normen worden doorgevoerd.
MONTAGE De eindmontage (stuur, stuurhoorns of klemvoorbouw, zadel en pedalen) van uw fiets is binnen enkele stappen gedaan. Daarnaast kunt u tegelijkertijd de juiste hoogte van zadel en stuur instellen. Neem hierbij altijd de veiligheidsvoorschriften in acht. Stuur De hoogte van het stuur kan naar wens worden versteld. De hoogte veranderen Draai de expanderbout (2) met een ring-steeksleutel 13 linksom uit de voorbouw (1).
Klemvoorbouw met binnenschroefdraad Let op: Voor de montage van de voorbouw moet het gehele voorwiel zijn gemonteerd. De voorvork moet zo zijn gedraaid dat de remstangen zich aan de voorkant van de voorvork bevinden. • Verwijder het kunststof dopje (1) uit de inbusschroef van de afdekkap (2). • Draai de inbusschroef in de afdekkap los (2) en neem de afdekkap eraf. • Verwijder de rubberband van de voorvorkas (3). Let op: In deze toestand kan de voorvork naar beneden uit de stuurkopbuis vallen.
Let op: Tussen bevestigingsklem (1), afstandsring (2) en voorbouw mag geen ruimte over zijn. Plaats zonodig nog ee afstandsring. • Haal beide inbusschroeven op de voorbouw om beurten aan (ca. 13,5 Nm). • Plaats de afdekkap (5) weer op de voorvorkas. De voorbouw rechtzetten • Draai de twee voorste inbusschroeven op de voorbouw los. • Draai de stuurstang zo dat u gemakkelijk bij de rem- en versnellingshendels kunt. • Draai beide voorste inbusschroeven op de voorbouw om beurten vast (ca. 9 tot 11 Nm).
Eindcontrole • Knijp de voorrem in en probeer of u de fiets voor- of achteruit kunt rijden. In de stuurkoplager mag geen speling voelbaar zijn. Draai als dit wel het geval is de inbusschroeven op de voorvorkasklem van de voorbouw iets los, druk de voorbouw met kracht naar beneden en draai beide inbusschroeven ombeurten weer vast met ca. 9 tot 11 Nm. • Probeer of het stuur gemakkelijk en soepel beweegt: Zet het stuur recht en til het wiel voor aan het frame op. Het stuur moet vanzelf naar binnen slaan.
Zadel instellen Na het losdraaien van de zadelpenbout (A) kan het zadel worden gedraaid en in hoogte worden versteld. De zadelpen moet nog minimaal 2,5 maal de afmeting van zijn doorsnede in de zitbuis (het frame) blijven. Let op de veiligheidsmarkering op de zadelpen! Bij zadels met een snelspanner wordt het zadel in hoogte versteld door het los- en vastdraaien van deze snelspannerhendel. Let op: De zadelpen moet nog minimaal 2,5 maal de afmeting van zijn doorsnede in de zitbuis (het frame) blijven.
PEDALEN De pedalen zijn om transportredenen naar binnen gericht aangeschroefd of los meegeleverd. Schroef dus zonodig de pedalen eraf. De pedalen zijn duidelijk gemarkeerd met een "L" voor links en een "R" voor rechts. Schroef het pedaal met "R" met zijn as in de rechter crank en het pedaal met "L" in de linkercrank (let op: links schroefdraad!). Draai de pedalen zeer goed vast. Belangrijk! Let op dat u de pedalen in de richting van het voorwiel vastdraait en in de richting van het achterwiel losdraait.
INSTELLINGEN Verlichting Een verlichtingssysteem met dynamo is bij de wet verplicht voor fietsers. Voor zover de verlichting (koplamp, achterlichten, pedaalreflectoren, reflectoren voor en achter en spaakreflectoren) van de fiets niet al bij aflevering voldoet aan de voorschriften, dient u alleen gebruik te maken van de voor dit model goedgekeurde verlichting. Deze is te herkennen aan het volgende teken: Z 12366 Z (voor reflectoren) (De bovenstaande cijfercombinatie is slechts een voorbeeld.
Spaakdynamo De spaakdynamo bevindt zich op de vooras en wordt aangedreven door een spaakmeenemer die tussen de spaken wordt gekanteld. Deze wordt in- of uitgeschakeld als de fiets stilstaat. Het belangrijkste voordeel van deze dynamo is dat deze bij natte weersomstandigheden niet slipt zoals dynamo’s die tegen de band zijn gekanteld. De generator en de aandrijving bevinden zich in een vuildichte behuizing. Naafdynamo De naafdynamo bevindt zich in de voornaaf.
De koplamp instellen De koplamp moet worden afgesteld volgens de voorschriften van het Wegenverkeersreglement. Het midden van de lichtbundel moet op 5 meter afstand van de koplamp slechts half zo hoog zijn als bij de koplamp zelf. Meet de afstand tussen de koplamp en het fietspad. Deel deze uitkomst door twee en markeer deze hoogte op een wand. Plaats de fiets op 5 meter afstand van de wand. Schakel de dynamo in en draai aan het wiel waarop de dynamo is bevestigd.
Gewoon voorwiel met vergrendeling Voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het voorwiel moet u de asmoeren, sluitringen en de voorwielhouders aan het uiteinde van de assen verwijderen. De conuslager van de as moet zo zijn ingesteld dat het wiel soepel draait. De conusborgmoer moet stevig aangehaald zijn tegen de asconus (A) zodat de conus niet los kan raken. Plaats het voorwiel zo in de vorkschede dat de voorwielhouders de uitstekende delen van de as goed omsluiten.
HET VENTIEL Er zijn verschillende soorten ventielen. Enkele voorbeelden zijn: Het Sclaverand-ventiel moet voor het oppompen van de band worden geopend. Open het ventiel door na het verwijderen van het stofdopje (1) de kartelmoer (2) naar links te draaien. Draai nadat u de band hebt opgepompt het ventiel weer dicht met het moertje en plaats het stofdopje weer op het ventiel. Het autoventiel wordt voornamelijk gebruikt bij mountainbikes. Dit ventiel is hetzelfde als dat van een auto.
VERINGEN Verende vorken Verende vorken bieden vooral comfort op ruw terrein. Sommige verende vorken kunnen worden afgestemd op het gewicht van de fietser. Een verende vork vangt de schokken op bij de plaats waar ze ontstaan, dus bij het contact tussen de band en de straat. De verende vork voorkomt dat de banden het contact met de grond verliezen. De dynamiek en de veiligheid worden hierdoor positief beïnvloed.
REMMEN In principe heeft elke fiets twee onafhankelijk van elkaar werkende remmen, ofwel twee velgremmen ofwel een velgrem op het voorwiel en een terugtraprem. Bij de velgremmen kan men twee soorten onderscheiden: de middenoptrekrem en de zijtrekrem. Over het algemeen zijn de remmen bij aflevering van de fiets al gemonteerd. Het kan zijn dat de handremhendel bij bepaalde modellen nog bevestigd moet worden.
spanhendel Zijtrekrem Instelling en bevestiging van de remschoen, remblokjes afstellen Indien de remschijven niet precies tegen de velgrand liggen, moeten deze opnieuw worden afgesteld. Draai de remschoenmoer los en lijn de remschijven door het samendrukken van de remstangen precies uit. Draai vervolgens de remschoenmoer weer vast.
Cantileverrem Instelling Doordat de kabel na verloop van tijd "uitrekt" dient de middenoptrekkabel worden nagesteld. Draai de kabelhouder met een 10 mm gaffelsleutel los. kabelhouder verbindingskabel kabel kapje kabelcilinder kabelstelschroef haak vastzetinrichting De velg en de remschoen moeten overeenkomstig, ten opzichte van de afbeelding van elkaar zijn uitgelijnd. De velg en de remschoen moeten overeenkomstig de afbeelding ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd.
V-rem (V-brake) De V-brake is eigenlijk een soort cantileverrem met remkrachtbegrenzer. Indien een remkrachtregelaar is ingebouwd, veert de bowdenkabel bij te hard remmen in zijn houder naar beneden terug en voorkomt dat de rem te krachtig aangrijpt. Zo wordt voorkomen dat de fiets te heftig wordt geblokkeerd. Houd er rekening mee dat V-brake remmen zeer krachtig kunnen remmen en let dus altijd op een juiste dosering van de remkracht. Instelling Instelschroef (1) op "0" (dus tussen L en H) instellen.
Trommelrem De trommelrem heeft veel weg van de terugtraprem maar heeft een grotere remkracht. Deze wordt via een bowdenkabel bediend en kan dus ook als voorwielrem worden gemonteerd. Trommelremmen hebben slechts een aanzet van 1 mm waardoor de bediening gemakkelijk is maar de remkracht erg sterk is. Dit betekent een grote belasting van de spaken. Daarom hebben fietsen met trommelremmen vaak 40 of zelfs 48 spaken.
De remblokjes verslijten na verloop van tijd. Daarom moeten de remblokjes worden bijgesteld als de handremhendel geheel tegen het handvat kan worden geknepen. Let op dat de remblokjes goed ten opzichte van de flanken van de velg staan. Zie hiervoor het gedeelte over het afstellen van de remmen. Bijstellen nodig De remoppervlakken van de velgen dienen schoon te zijn. Maak de velgen niet schoon met olie of bijtende vloeistoffen.
Fijnstelling van de remmen Het fijnstellen van de remmen gebeurt bij de meeste remmen op de remgrepen. Als de weerstand van de remhendel onvoldoende is, moet de kabel strakker worden afgesteld. • Houd de kartelschroef vast terwijl u de fijnstelschroef losdraait. • Controleer de weerstand door de remhendel in te knijpen. • Als de gewenste spanning is bereikt, draait u de kartelschroef weer aan. Als er te veel weerstand is, doet u het tegenovergestelde.
VERSNELLING De aandrijving De aandrijving bestaat uit het trapaslager, de crank met het kettingblad, de pedalen, de ketting en de derailleur, inclusief achternaaf en tandwielen. Alle aandrijfcomponenten zijn nauwkeurig op elkaar afgestemd. De cranks zijn bevestigd aan de taps toelopende vierkantassen van het trapaslager. De cranks moeten regelmatig worden gecontroleerd op speling. Naafschakeling Versnellingsnaven zijn inmiddels de kinderschoenen ontgroeid.
Instelling van de naafversnelling Als de derailleur niet goed werkt, moet de spanning op de kabel worden aangepast. • Zet de versnellingshendel in de 3e versnelling en draai iets aan de crank. • Verhoog bij het koppelstuk de spanning totdat de kabel gespannen staat (niet te strak). Als bij een systeem met vijf versnellingen een tweede versnellingshendel aanwezig is, kiest u de 4e versnelling voordat de kabel wordt gespannen. Ondeskundigen dienen zich tot deze handelingen te beperken.
Als u een naafschakeling hebt, moet u tijdens het schakelen de trappers even kort stilhouden om de tanden de kans te geven in elkaar te grijpen. Als u een kettingsversnelling hebt, moet u tijdens het schakelen de trappers blijven ronddraaien opdat de ketting zich om het volgende tandwiel kan leggen. Dit werkt niet bij stilstand.
Instelling van een kettingschakeling Grootste tandwiel Kleinste tandwiel Instelling van de achterderailleur De twee stelschroeven (H = high en L = low) bepalen hoe ver de derailleur de ketting over de achterste tandwielen beweegt. Instellen van de hoogste versnelling (bij ongespande kabel) Draai de stelschroef voor de hoogste versnelling H zo ver dat het geleidewieltje direct onder het buitenste tandwieltje komt te staan.
VOORDERAILLEUR De geleiding van de ketting controleren Schakel de ketting met de versnellingshendel naar het kleinste tandwiel van het dubbele, drievoudige of viervoudige kettingblad. Let hierbij op de minimale kabelspanning. De ketting moet midden over het kleinste tandwiel lopen. Schakel daarna over naar het grootste tandwiel. De ketting mag niet over het kettingblad heen naar buiten kunnen worden geschakeld.
VERSNELLINGSHENDELS Het aanbod aan versnellingen en de daarbij behorende versnellingshendels is groot. Gecombineerde rem- en versnellingshendel, duim-stuurversnellingshendel, versnellingshendel voor het stuuruiteinde, greep met afzonderlijke schakelaar voor omhoog- en omlaag schakelen, draaigrip en nog veel meer soorten. Over het algemeen moeten derailleurs met bepaalde hendels van dezelfde fabrikant worden gecombineerd. Bij sommige derailleurs kunt u zelf de gewenste versnellingshendel uitzoeken.
Schakel- en reminrichtingen Deze combinatie van schakel- en remgrepen maakt het gelijktijdig remmen en schakelen mogelijk met één handeling. Er zijn modellen met voorinstellingen en versnellingsaanduiding. Rapid Fire versnellingshendel Voor snel schakelen met afzonderlijke versnellingshendels voor omhoog- en omlaagschakelen. Techniek met korthefmechanisme De montage is onafhankelijk van de remhendel. Gewoonlijk staat de versnellingshendel voor de voorderailleur links en die voor de achterderailleur rechts.
ACCESSOIRES Fietshelmen Fietshelmen zijn uitsluitend geschikt voor gebruik op fietsen, skateboards, inline skates en rolschaatsen en zijn niet toegestaan voor gebruik op motoren. Fietshelmen moeten voldoen aan de Europese DIN-norm EN 1078. Het is belangrijk dat de helm goed past. De helm mag niet te ver in de nek of op het voorhoofd zitten. De helm moet dus midden op het hoofd zitten. Fietshelmen zijn uitgerust met een snelsluiting die eenvoudig open en dicht kan.
Verlichting op batterijen Heeft u geen bevestigingspunten voor een dynamo op uw fiets? Een verlichting op batterijen biedt uitkomst! Let hierbij op de verkeersvoorschriften. U kunt een verlichting via dynamo en batterij ook combineren. De beide stroombronnen moeten dan wel elektrisch van elkaar zijn gescheiden. Monteer de verlichting met behulp van de handleiding die bij het betreffende product is geleverd. Fietscomputer Ook op de fiets is de computer bijna niet meer weg te denken.
Kinderzitjes Gebruik slechts goedgekeurde kinderzitjes die voldoen aan de norm DIN 79120. In principe geen kinderzitjes aan het stuur bevestigen! Wij raden aan de maximale belasting bij montage op het stuur en tussen stuur en bestuurder (bovenste stang) op 15 kg te begrenzen. Bij de montage van een fietszitje achterop de bagagedrager, kunt u het beste een stoeltje kiezen dat aan de verticale stang van het frame (onder het zadel) bevestigd dient te worden.
Info: fietskleding Wie als recreatieve fietser vaak met zijn fiets op pad is, zal snel de voordelen van speciale fietskleding ontdekken. Het begint al met een regencape: lichtgewicht en snel aangetrokken. Met reflectorstrepen voor uw veiligheid in het donker en aansnoercapuchon die groot genoeg is om een helm onder te kunnen dragen. Voor lange fietstochten staan voor alle weersomstandigheden speciale kledingstukken in de catalogus.
Velgen Bij de aanschaf van een fiets wordt vaak niet gelet op de velgen. Dit is jammer want de velgen zijn juist erg belangrijk. De velg moet niet alleen steun bieden aan de band maar moet ook een goede rempartner zijn voor de velgremmen. De meeste velgen zijn van aluminium dus goed bestand tegen corrosie. Daarnaast is aluminium een materiaal waarop de velgremmen een goede grip hebben.
ONDERHOUD EN VERZORGING Let op: Uw fiets blijft alleen veilig als hij regelmatig wordt gecontroleerd op beschadiging, slijtage en vervorming. Defecte of versleten onderdelen dienen direct te worden vervangen. Gebruik de fiets niet zolang niet alle defecten zijn gerepareerd. Fietsbanden Neem de volgende aanwijzingen in acht om de levensduur van de fietsbanden te verlengen: • Houd de banden altijd op de juiste spanning. Als de band nog eenklein beetje met de duim kan worden ingedrukt, is de spanning goed.
ALGEMEEN ONDERHOUD Bandenpech Bij bandenpech doet u het volgende: Controleer eerst of er alleen lucht ontsnapt bij het ventiel. Als dit het geval is, vervangt u het kapotte ventiel door een nieuwe en pompt u de band zover op tot u hem nog maar een klein beetje met de duim kunt indrukken.
Velgremmen: Controleer of de remschoen goed op de velg aansluit. Vervang versleten of beschadigde remschoentjes. De velgen mogen niet in de was of de olie worden gezet. Verwijder voordat u op de fiets stapt eerst alle mogelijk aanwezige olie van de velgen. Achterwiel: Controleer regelmatig op loszittende spaken en of de moeren goed vast zitten op de asbouten. Het wiel moet zo zijn uitgelijnd dat het makkelijk rond kan draaien zonder dat een slag zichtbaar is.
Cranks en pedalen: Vervang een eventueel verbogen crank. Probeer deze in geen geval recht te buigen. Vervang de pedalen als de lagers klemmen of de pedaalblokken kapot of sterk versleten zijn. Trapaslager: Het trapaslager moet gelijkmatig en zonder zijdelingse speling kunnen draaien. Voorvork: Vervang een verbogen of beschadigde voorvork. Probeer niet een voorvork recht te buigen of te repareren. Voorwiel: Zorg dat de moeren op de asbouten goed zijn aangehaald (draaimoment van 20 Nm).
Probleem Fiets loopt niet soepel (merkbare weerstand met en zonder trappen). Trapaandrijving loopt zwaar. Geen ronde en gelijkmatige trapbeweging mogelijk. Oorzaak Te weinig lucht in de banden of een lekke band. Oplossing Pomp de band zover op dat het loopvlak niet meer ingedrukt kan worden met de duim of plak de band. Band of delen van het wiel slepen aan tegen vork, achteras, rem of spatbord. Richt een wiel dat scheef in het frame loopt. Centreer eventueel de rem en stel deze af.
Probleem Remmen werken niet storingvrij. Remmen piepen. 40 Uw fiets Oorzaak Oplossing Ketting beschadigd of niet gesmeerd. Vervang de ketting reinig/smeer de ketting. Velgen of remblokjes nat of vuil. Reinig de velgen en de remblokjes. Rem omjuist (te ver) ingesteld. Stel de onderdelen goed af. Remkabel loopt niet vrij. Controleer vooral de loop van de achterkabel corrigeer eventueel de bowdenkabel. Bowdenkabel loopt aan de binnenzijde zwaar.
Artikelnr: Koopdatum: Naam, voornaam Straat, huisnummer Postcode Woonplaats Netnummer Abonneenummer Merk van de fiets: Type fiets: Nummer*): Damesfiets Kinderfiets ATB Racefiets Herenfiets Kleur van het frame: Citybike Mountainbike Vouwfiets Kettingschakeling Naafschakeling Kleur van het spatbord: Banden: Maataanduiding op de mantel Aantal versnellingen: *) Te vinden op: onderzijde trapaslager, stuurkop of bevestigingsplaat, eventueel ook op begagedrager.
Uw fietsonderdelen handvat zadel voorbouw Bel rem zadelpen bagagedrager schroefverbinding/klemverbinding zadelpen frame voorreflector stuurvork koplamp achterreflector achterlicht remschoen dynamo ventiel voorderailleur naaf achterspatbord spaakreflectoren trapaslager standaard klein tandwiel achterderailleur ketting crank trapper voorspatbord voorvork band velg De bovenstaande onderdelen worden niet op alle fietsen gebruikt.
Hoe herken ik een framenummer? Op een fiets zijn vaak verschillende nummers terug te vinden zoals een serienummer. De Nederlandse fietsfabrikanten hebben sinds 2006 een standaardnotatie voor het framenummer afgesproken. Het framenummer is opgebouwd uit twee letters gevolgd door zeven cijfers, bijvoorbeeld HL1234567. Fietsen van vóór 2006 hebben per fietsmerk een verschillende notatie en ook de plaats op het frame is per fietsmerk verschillend.
VRIJWARING/GARANTIE 5 JAAR KWALITEITSGARANTIE op frame en voorvork - met uitzondering van verende voorvorken, slijtage gevoellige onderdelen en bewegende onderdelen. Een uitzondering hierop vormen alle verende voorvorken, slijtage gevoelige onderdelen en overige bewegende fietsonderdelen. De garantietermijn vangt aan bij levering. Als bewijs van de datum dient u het aankoopbewijs (zoals factuur of kassabon) voor de duur van de totale garantietermijn te bewaren.
5. Niet onder de garantie vallen: ● materialen die geen verband houden met reparatiewerkzaamheden voor erkende storingen. ● alle onderhoudswerkzaamheden of overige werkzaamheden die ontstaan door slijtage, ongelukken of andere omstandigheden, zoals ritten waarbij de instructies van de fabrikant niet zijn nageleefd. ● alle gebeurtenissen, zoals geluiden, trillingen, slijtage, etc. die de eigenschappen van het voertuig en de rijeigenschappen niet beïnvloeden.
Online registreren en service verzoek Een goed onderhouden fiets is veilig, betrouwbaar en fietst comfortabeler. De service verlening van Trade-Care wordt verzorgd door Fiets Service Nederland. Online registreren na aankoop www.fietsservicenederland.nl/registreren Reparatieverzoek indienen* www.fietsservicenederland.
777 GARANTIEBEWIJS Om op garantie aanspraak te kunnen maken, verzoeken wij u binnen twee weken na aankoop, te registreren via onze site www.fietsservicenederland.nl/registreren. Indien u niet in de gelegenheid bent om zich on-line te registreren, kunt u ook een kopie van dit formulier, samen met een kopie van de aankoopbon sturen naar het onderstaande adres. Trade-Care International b.v.
Artikel 1 Garantiebepalingen 1.1. TRADECARE International B.V. (TCI) garandeert dat alle Producten waarop dit garantiebewijs betrekking heeft vrij zijn van constructie- en/of materiaalfouten conform hetgeen in deze bepalingen is opgenomen. 1.2 Garantie wordt door TCI gegeven aan de eerste eigenaar van de Producten. Voor elke volgende eigenaar vervalt de aan de eerste eigenaar verstrekte garantie.
Uw fiets 49
Op dit artikel verlenen wij een aanvullende garantie van in totaal 8 jaar op het frame en de voorvork. Een uitzondering hierop vormen alle verende voorvorken, slijtage gevoelige onderdelen en overige bewegende fietsonderdelen. De garantietermijn vangt aan bij levering. Als bewijs van de datum dient u het aankoopbewijs (zoals factuur of kassabon) voor de duur van de totale garantietermijn te bewaren. Tevens dient u een kopie naar het onderstaand adres te sturen.