User manual

Nettransformatorencamera
Nettransformatorensmartrecorder
Bedrijfsspanning 230 V ~, 50 Hz
Uitgangsspanning 5 V , 1,0 A
Bedrijfsspanning 230 V ~, 50 Hz
Uitgangsspanning 12 V , 2,0 A
De volgende aanwijzingen dienen uw veiligheid en tevredenheid bij het
gebruik van het apparaat. Let erop dat het veronachtzamen van deze
veiligheidsaanwijzingentotaanzienlijkeongevalrisico'skanleiden.
Laat kleine kinderen niet zonder toezicht met het apparaat,
verpakkingsmateriaal of onderdelen spelen! Anders dreigt levensgevaar
doorverstikking!
Beschadig bij boorwerkzaamheden en bij het bevestigen geen leidingen
voor gas, stroom, water of telecommunicatie! Anders dreigt levens- of
verwondingsgevaar!
Wees voorzichtig met de leidingen! Verplaats deze zo, dat ze niet kunnen
worden beschadigd endat men erniet over kanstruikelen. Trek dekabels
niet over scherpe randen, en druk of klem ze niet ergens af. Anders dreigt
levens-enverwondingsgevaar!
Leter bij het toezichtop baby'sof kleinekinderen op,dat decamera ende
kabel buiten bereik van het kind zijn. Anders dreigt levens- en
verwondingsgevaar!
Verhinder, dat de nettransformatoren met vocht in aanraking komen en
doopdeapparatennietinhetwater!Andersdreigtlevensgevaar!
Bedien de apparaten uitsluitend met de meegeleverde
nettransformatoren. Vergewis u er,voordat u de nettransformator aan het
elektriciteitsnet aansluit, van dat de netstroom volgens voorschrift
voorzien is van 230 V ~ AC, 50 Hz en dat die voorzien is van een
voorgeschrevenbeveiliging.
Stelde apparatennietblootaandenabijheidvanvuur,hitteof langdurige
inwerkingvanhogetemperaturen!
Bescherm de apparaten tegen sterke mechanische belastingen en
schokken!
Beschermdeapparatentegensterkemagnetischeofelektrischevelden!
Gebruik de apparatenalleen met degeleverdeoriginele delen oforiginele
onderdelen!
Controleer voor de montage en de ingebruikneming de levering op
beschadigingenenvolledigheid!
Koppel bij langer niet-gebruiken van het apparaat steeds de
nettransformatorenafvanhetstopcontact.
Sluit geen beschadigd apparaat (bijv. transportschade) aan. Vraag bij
twijfel uw klantendienst om raad. Reparaties en operaties aan de
apparatenmogenalleendoordeskundigenwordengedaan.
Voordat u de cameras monteert, plant u eerst de montageplaats. Controleer
"
"
6. Veiligheidsaanwijzingen
7. Plaatsingvandeapparaten
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Gevaar! Bij veronachtzaming van deze aanwijzing bestaat er gevaar
voorlevenengezondheidenkanerschadeaanvoorwerpenontstaan.
vandaaruit voor de montage de functie van de cameras en de radio-
overbrenging.
Letopdevolgendepunten:
De camera moet zo worden aangebracht, dat er zo mogelijk geen direct
licht of zonnestralen op het objectief vallen, anders kan het beeld
overgemoduleerd worden. Denk eraan, dat de positie van de zon niet
constant is. Controleer bij voorkeur voor de montage het camerabeeld.
Neemhiervoorhetapparaatingebruikenhouddecameraopdegewenste
plaats. Verander desgewenst de camerapositie, tot u het optimale
fragmenthebtgevonden.
Kies de afstand tussen camera en object afhankelijk van de gewenste
detailherkenning.
Decameraheefteeninfraroodverlichtingvoordeonmiddellijkeomgeving.
Deze wordt via de schemeringssensor geschakeld. Door een extra
verlichting van de omgeving bij nacht kunt u de beeldkwaliteit van de
cameraverbeteren.
Let erop, dat de montageplaats van de camera en van de smartrecorder
zoveel mogelijk stof- en trillingsvrij is, en dat er sprake is van een goede
luchtcirculatie.
Leterop,daterelkeenstopcontactindebuurtis.
Alsudecamerabuitenwiltmonteren,moetdemontageplaatszomogelijk
beschermd zijn tegen directe regeninval. De nettransformator moet zich
binnen bevinden. De stekkerverbinding met de kabel van de
nettransformator moet zo zijn beschermd, dat er geen vocht in de
verbindingkankomen.
Let erop dat er een geschikte doorvoermogelijkheid voor de
nettransformatorkabelopdemontageplaatsis.
Richtde cameravoornachtelijkeopnames nietviaeenvensternaarbuiten
omdat het beeld door de reflectie van de infraroodbelichting wordt
verstoord.
Als u deautomatische opnamesmet bewegingsdetectie wiltstarten, moet
u erop letten dat er op de achtergrond van het camerabeeld geen
bewegingenplaatsvinden,zoalsdoordewindbewegendeboomtakken.
Plaats de camerazo datde meest frequente beweging haaks ten opzichte
van de bewegingssensor [12] plaatsvindt. Bewegingen haaks op de
camera worden sneller gedetecteerd dan bewegingen die direct op de
sensor gericht zijn (zie afb. B). Monteer de camera niet in de buurt van
warmeobjectenofventilatieschachtenenrichtdecameradaarooknietop,
aangeziendebewegingssensorreageertopwarmte.
De maximale reikwijdte van de radio-overdracht bedraagt ca. 100 m
(resp. bij optimaal gebruik tot 150m) bij zichtcontact tussen camera en
smartrecorder. In gebouwen is de reikwijdte door muren (vooral
staalbetonmuren) en plafonds duidelijk minder (typisch ca. 20m).
Voorwerpen als koelkast, metalen stellages en beslagen spiegels
verminderenderadio-overdrachtook.
De radio-overdracht kan door sterke elektrische velden en andere
zendontvangapparaten worden beïnvloed. Let erop dat u voldoende
afstand houdt van: magnetrons, radiotelefoons, gsm's,
zendontvangapparaten in het 2,4 GHz bereik, elektrische motoren en
sterkstroomleidingen.
De smartrecorder moetop eeneffen envaste plaatsworden opgesteld,bij
voorkeurca.1mbovendegrond(betereontvangstcondities).
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
30 - NL