User manual
7. Plaatsingvandecamera
Voordat u de camera monteert, plant u eerst de montageplaats. Controleer
vandaaruit voor de montage de functie van de camera en de radio-
overbrenging.
Letopdevolgendepunten:
De camera moet zo worden aangebracht, dat er zo mogelijk geen direct
licht of zonnestralen op het objectief vallen, anders kan het beeld
overgemoduleerd worden. Denk eraan, dat de positie van de zon niet
constant is. Controleer bij voorkeur voor de montage het camerabeeld.
Neemhiervoorhetapparaatingebruikenhouddecameraopdegewenste
plaats. Verander desgewenst de camerapositie, tot u het optimale
fragmenthebtgevonden.
Kies de afstand tussen camera en object afhankelijk van de gewenste
detailherkenning.
Decameraheefteeninfraroodverlichtingvoordeonmiddellijkeomgeving.
Deze wordt via de schemeringssensor geschakeld. Door een extra
verlichting van de omgeving bij nacht kunt u de beeldkwaliteit van de
cameraverbeteren.
Let erop, dat de montageplaats van de camera en van de smartrecorder
zoveel mogelijk stof- en trillingsvrij is, en dat er sprake is van een goede
luchtcirculatie.
Leterop,datereenstopcontactindebuurtis.
Alsudecamerabuitenwiltmonteren,moetdemontageplaatszomogelijk
beschermd zijn tegen directe regeninval. De nettransformator moet zich
binnen bevinden. De stekkerverbinding met de kabel van de
nettransformator moet zo zijn beschermd, dat er geen vocht in de
verbindingkankomen.
Let erop dat er een geschikte doorvoermogelijkheid voor de
nettransformatorkabelopdemontageplaatsis.
Richtde cameravoornachtelijkeopnamesnietviaeen vensternaarbuiten
omdat het beeld door de reflectie van de infraroodbelichting wordt
verstoord.
Als u de automatische opnames met bewegingsdetectie wilt starten, moet
u erop letten dat er op de achtergrond van het camerabeeld geen
bewegingenplaatsvinden,zoalsdoordewindbewegendeboomtakken.
Plaats de camera zo datdemeest frequente beweging haaks ten opzichte
vandebewegingssensor[1]plaatsvindt.Bewegingenhaaksopde camera
worden sneller gedetecteerd dan bewegingen die direct op de sensor
gericht zijn (zie afb. B). Monteer de camera niet in de buurt van warme
objecten of ventilatieschachten en richt de camera daar ook niet op,
aangeziendebewegingssensorreageertopwarmte.
De maximale reikwijdte van de radio-overdracht bedraagt ca. 100 m
(resp. bij optimaal gebruik tot 150m) bij zichtcontact tussen camera en
smartrecorder. In gebouwen is de reikwijdte door muren (vooral
staalbetonmuren) en plafonds duidelijk minder (typisch ca. 20m).
Voorwerpen als koelkast, metalen stellages en beslagen spiegels
verminderenderadio-overdrachtook.
De radio-overdracht kan door sterke elektrische velden en andere
zendontvangapparaten worden beïnvloed. Let erop dat u voldoende
afstand houdt van: magnetrons, radiotelefoons, gsm's,
zendontvangapparaten in het 2,4 GHz bereik, elektrische motoren en
sterkstroomleidingen.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
17 Nettransformator
18 Schroef
Bij veronachtzaming van deze aanwijzing bestaat er gevaar
voorlevenengezondheid.
Bij veronachtzaming van deze aanwijzing kan er schade aan
voorwerpenontstaan.
Koppel bij langer niet-gebruiken van het apparaat steeds de
nettransformatorafvanhetstopcontact.
6. Veiligheidsaanwijzingen
De volgende aanwijzingen dienen uw veiligheid en tevredenheid bij het
gebruik van het apparaat. Let erop dat het veronachtzamen van deze
veiligheidsaanwijzingentotaanzienlijkeongevalrisico'skanleiden.
Laat kleine kinderen niet zonder toezicht met het apparaat,
verpakkingsmateriaal of onderdelen spelen! Anders dreigt levensgevaar
doorverstikking!
Beschadig bij boorwerkzaamheden en bij het bevestigen geen leidingen
voor gas, stroom, water of telecommunicatie! Anders dreigt levens- of
verwondingsgevaar!
Wees voorzichtig met de leidingen! Verplaats deze zo, dat ze niet kunnen
worden beschadigd en dat men er nietoverkanstruikelen. Trek dekabels
niet over scherpe randen, en druk of klem ze niet ergens af. Anders dreigt
levens-enverwondingsgevaar!
Leterbij het toezichtopbaby's of kleinekinderenop, dat decameraende
kabel buiten bereik van het kind zijn. Anders dreigt levens- en
verwondingsgevaar!
Verhinder, dat de nettransformator met vocht in aanraking komt en doop
deapparatennietinhetwater!Andersdreigtlevensgevaar!
Bedien de apparat uitsluitend met de meegeleverde nettransformator.
Vergewis u er, voordat u de nettransformator aan het elektriciteitsnet
aansluit, van dat de netstroom volgens voorschrift voorzien is van
230 V ~ AC, 50 Hz en dat die voorzien is van een voorgeschreven
beveiliging.
Stel de apparat niet bloot aan de nabijheid van vuur, hitte of langdurige
inwerkingvanhogetemperaturen!
Beschermdeapparattegensterkemechanischebelastingenenschokken!
Beschermdeapparattegensterkemagnetischeofelektrischevelden!
Gebruik de apparat alleen met de geleverde originele delen of originele
onderdelen!
Controleer voor de montage en de ingebruikneming de levering op
beschadigingenenvolledigheid!
Sluit geen beschadigd apparaat (bijv. transportschade) aan. Vraag bij
twijfel uw klantendienstomraad.Reparatiesen operaties aan de apparat
mogenalleendoordeskundigenwordengedaan.
Gevaar!
Let op!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
10 - NL