Operation Manual

149
Opnamefuncties
4
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Digitaal filter] met de
vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het filter
verschijnt.
Aangepast
filter
Voor het maken en opslaan
van naar eigen wens
gemaakte filters.
Sterk contrast: UIT/+1 t/m +5
Soft-focus: UIT/+1/+2/+3
Toonreductie: UIT/Rood/
Groen/Blauw/Geel
Schaduwtype: 6 typen
Schaduwniveau: -3 t/m +3
Vervormingstype: 3 typen
Mate van vervorming: UIT/
Zwak/Normaal/Sterk
Kleur inverteren: UIT/AAN
Als u Digitaal filter heeft geselecteerd, wordt de bestandsindeling altijd
ingesteld op [JPEG]; dat kunt u niet wijzigen. U kunt Digitaal filter niet
gebruiken als de bestandsindeling ingesteld is op [RAW] of [RAW+].
Als Digitaal filter geselecteerd is, kunt u geen gebruik maken van
Dubbelopnamen.
Digitaal filter en HDR-opname kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
De laatst geselecteerde stand wordt gebruikt.
Afhankelijk van het toegepaste filter kan het opslaan van opnamen langer duren.
Filternaam Effect Parameter
12
M
[
37
]
10:30AM
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
10/10/’09
Digitaal filter
Geen toepassing van filters
K-x_OPM.book Page 149 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM