Operation Manual
199
Opname-instellingen
6
Opnamen corrigeren
De eigenschappen van de camera en het objectief kunnen automatisch
worden aangepast bij het maken van opnamen.
Wijzigen van de helderheid en voorkomen dat zich over- en onderbelichte
gebieden voordoen.
Uitbreiding van het dynamisch bereik en het lichtniveau dat door
de CMOS-sensor wordt uitgedrukt, en voorkomen dat er lichte
en donkere gebieden ontstaan.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om
[Hooglichtcorrectie] te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm [Hooglichtcorrectie] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om [Uit] of [Aan] te
selecteren.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
De helderheid aanpassen
Hooglichtcorrectie
MENU
DR
DR
200
200
OK
OK
Hooglichtcorrectie
Annul.
Uit
K-x_OPM.book Page 199 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM










