Operation Manual
6
Instellingen
122
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt.
1 Zet het moduswiel in een stand tussen O t/m 5.
De USER-standnaam wordt als
de hulpdisplay weergegeven.
Gebruik AB om de opgeslagen
instellingen te controleren.
2 Wijzig de instellingen voorzover nodig.
De belichtingsstand kan worden
gewijzigd bij [Belichtingsfunctie]
in menu A1.
t Memo
• De instellingen die zijn gewijzigd bij stap 2 worden niet
opgeslagen als de instellingen van de USER-stand. De camera
keert bij uitschakeling terug naar de opgeslagen USER-
instellingen. Als u de opgeslagen instellingen wilt wijzigen,
slaat u de instellingen van de USER-stand opnieuw op.
ABCD
Verplaatst de tekstselectiecursor.
R
Verplaatst de tekstinvoercursor.
Z
Wisselt tussen hoofdletters en kleine
letters.
E
Voert op de positie van de
tekstinvoercursor een karakter in dat is
geselecteerd met de tekstselectiecursor.
L
Verwijdert een karakter op de positie van
de tekstinvoercursor.
Gebruik van de opgeslagen USER-stand
1/
1/
250
250
1600
1600
F
F
5.6
5.6
99 999
99999
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
ProgrammalijnProgrammalijn
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 122 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM