Operation Manual
3
Opnamen maken
69
Ga verder naar stap 2 wanneer een andere optie dan [Auto
(27 AF-punten)] of [Spot] is geselecteerd.
2 Selecteer het gewenste AF-
punt.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
• In de stand R is [Actief AF-gebied] vast ingesteld op
[Auto (27 AF-punten)].
• De instellingen [AF-modus] en [Actief AF-gebied] kunnen ook
in de zoeker worden gecontroleerd. Q wordt in de zoeker
weergegeven wanneer het AF-punt kan worden gewijzigd.
(p.19)
• U kunt de stand 'AF-punt wijzigen' instellen als de functie van
de pijltoetsen met X, Y of Z, in plaats van E ingedrukt
te houden. (p.114) Wanneer [AF-gebied wijzigen] is
toegewezen aan X, Y of Z, wordt de bediening door E
ingedrukt te houden uitgeschakeld.
• U kunt bij [18 4-weg Contr. Instellingen] van menu E3 de
werking van de knoppen selecteren voor wanneer het
scherpstelgebied wordt gewijzigd.
H
Uitgebr. AF-
gebied (L)
Stelt het scherpstelgebied in op het
punt dat door de gebruiker uit
27 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 26 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand
y.
D
Spot
Selecteert het midden van de 27
punten als scherpstelgebied.
ABCD
Wijzigt het AF-punt.
E
Plaatst het AF-punt terug in
het midden.
Druk op E en
houd deze
ingedrukt
Hiermee wordt de stand
‘AF-punt wijzigen’ of het gebruik
van de richtingsknoppen
ingesteld als de functie van
de pijltoetsen (ABCD).
1/1/
250250
1600
1600
FF
5.65.6
99 99999999
Type1
Hiermee kan ofwel de stand ‘AF-punt wijzigen’,
ofwel het gebruik van de richtingsknoppen
ingesteld als de functie van de pijltoetsen.
Type2
Geeft de voorrang aan de stand 'AF-punt
wijzigen' in standby.
KP-OPM-NL.book Page 69 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM