Operation Manual
47
3
Veel voorkomende handelingen
Bediening van het functiepalet
Druk op de vierwegbesturing (3) om het functiepalet op de LCD-monitor
weer te geven.
Er zijn twee functiepaletten, het “opnamepalet” en het “weergavepalet.” U kunt
de opnamestand activeren die het beste past bij de opnameomstandigheden, of
de gemaakte opnamen bewerken door eenvoudigweg pictogrammen te selecteren.
De instructies voor knoppenbediening verschijnen onder in de LCD-monitor
als u instellingen opgeeft in het opnamepalet werkt.
1 Druk op de vierwegbesturing (3).
Als de opnamestand actief is, verschijnt het “opnamepalet”.
Als de weergavestand actief is, verschijnt het “weergavepalet”.
2 Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een pictogram.
3 Druk op de knop OK.
Het scherm van de geselecteerde stand verschijnt.
Opnamestandpalet
Bediening van het functiepalet
Overzicht van het functiepalet
Picto-
gram
Onderdeel
Beschrijving
Pagina
Autom. opname-stand Voor selectie van de beste opnamefunctie. p.58
R
Programma-stand
Hiermee maakt u scherpe opnamen
met de juiste sluitertijd en belichting.
p.60
Sluit. voorkeus-stand
De vereiste diafragmawaarde wordt automatisch
ingesteld als u handmatig een sluitertijd kiest.
Handm belicht.-stand
Hiermee kunt u sluitertijd en diafragmawaarde
handmatig instellen.
Autom. opname
OKMENU
OK
Stop
e
_
kb440
.
book
Page
47
Friday
,
February
16
,
2007
11:07
AM