Operation Manual

56
Opnamen maken
4
In R (programmafunctie) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma
in voor het maken van foto’s. U kunt wel andere functies selecteren, zoals de flitsfunctie
of de continu-opnamefunctie.
1 Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het functiepalet verschijnt.
2 Selecteer R (Programmafunctie) met
de vierwegbesturing (2345).
3 Druk op de knop OK.
4 Stel de functies in die u wilt gebruiken.
Zie “De opnamefuncties instellen” (p.75 - 101)
voor meer informatie over het instellen van
de functies.
5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft
scherpgesteld op het onderwerp.
6 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
De functies instellen (Programmafunctie)
Foto’s maken 1p.32
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop
OKMENU
OK
Programma