Operation Manual
90
Opnamen maken
4
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Gevoeligheid
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2 Selecteer [Gevoeligheid] met
de vierwegbesturing (23).
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu
4 Wijzig de gevoeligheid met
de vierwegbesturing (23).
5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De camera is gereed voor het maken van
een opname.
De gevoeligheid instellen
Automatisch Flitser flitst niet: automatisch ingesteld in een bereik van 50 tot 200.
Flitser flitst: automatisch ingesteld in een bereik van 50 tot 400.
50
• Bij een lagere gevoeligheid (de lagere waarden) wordt de opname scherper en
bevat deze minder ruis. Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
• Bij een hogere gevoeligheid (de hogere waarden) is er een relatief korte sluitertijd
bij ongunstige lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een
beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter wel ruis
bevatten.
100
200
400
De gevoeligheid opslaan 1p.102
Voor de functie Vervagingsreductie kunt u 800 of 1600 selecteren als gevoeligheid.
Wanneer auto is ingesteld, wordt de gevoeligheid automatisch ingesteld in een bereik van
50 tot 1600.
Opnemen
MENU
Eind
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-instelling
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AWB
Auto
7M
MENU
Ontspanknop
MENU-knop
Vierwegbesturing
Opnemen
MENU
Eind
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-instelling
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AWB
Auto
7M
Opnemen
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-instelling
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AWB
Auto
7M
MENU
Stop
OK
OK
100
200
400
50
Auto