Operation Manual

118
3
Opnamen maken
2
Selecteer [Autom. belicht.] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer met de vierwegbesturing
(23) de instelling van de
automatische belichting.
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt het
licht gemeten en wordt de belichting bepaald.
Wanneer het onderwerp zich buiten het AF-veld bevindt en u
N (spotmeting) wilt gebruiken, richt u de camera op het onderwerp en
drukt u de ontspanknop tot halverwege in om de belichting vast te
zetten. Bepaal de beelduitsnede opnieuw en druk de ontspanknop
helemaal in.
Of de automatische belichting wordt aangepast, is afhankelijk van de
geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie” (p.230) voor details.
Als u de instelling [Autom. belicht.] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen
door deze toe te wijzen aan de knop Snelinstelling (p.126).
De instelling van de automatische belichting opslaan 1p.134
OK
OK
Opnemen
MENU
Stop
1/3
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-veld
AWB
Auto
Belicht. corr. 0.0