Operation Manual

118
7
Instellingen
U kunt de functies die u het meest gebruikt, kiezen in het overzicht in het menu
[A Rec. Mode] en ze vastleggen op de vierwegbesturing. De functies kunnen
dan in de opnamefunctie worden opgeroepen door op de 0 knop te drukken.
Op het scherm [Function Mode] dat verschijnt, kunt u dan de instelling wijzigen
met de vierwegbesturing.
1 Selecteer [Fn Setting] in het menu [B Set-up].
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Fn Setting] verschijnt.
3 Kies met de vierwegbesturing (23)
de toets waarop u een functie wilt
vastleggen.
4 Kies met de vierwegbesturing (45)
de functie die u wilt vastleggen.
De standaardinstellingen zijn als volgt: Recorded Pixels op 2 ,
Quality Level op
3 , EV Compensation (–) op 4 en EV Compensation (+) op 5 .
Selecteer [Off] als u geen functie wilt vastleggen.
5 Druk twee keer op de OK-knop.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
Functies vastleggen
Een functie vastleggen
• Op elke toets van de vierwegbesturing kan slechts één functie worden
vastgelegd.
• U kunt kiezen uit de volgende tien functies: opnamepixels, kwaliteitsniveau,
witbalans, scherpstelveld, lichtmeting bij automatische belichting,
gevoeligheid, scherpte, kleurverzadiging, contrast en LW-correctie (+) / (–).
Selecteer [Off] als u geen functie wilt vastleggen.
Het menu [B Set-up] oproepen
MENU
AWB
2304
Recorded Pixels
Quality Level
Focusing Area
Multi
Auto
AE Metering
Sensitivity
Rec. Mode
MENU
OK
OK
O K
OK
Exit
E x i t
Exit
White Balance
Menuknop
OK-knop
Vierwegbesturing
Recorded Pixels
EV Comp. (-)
EV Comp. (+)
Fn Setting
Quality Level
MENU
OK
OK
O K
OK
Exit
E x i t
Exit