Operation Manual

17
1
Voorbereidingen
De SD-geheugenkaart plaatsen
Deze camera werkt met een SD-geheugenkaart. Als er een SD-geheugenkaart is
geplaatst (op de LCD-monitor staat ), worden opnamen hierop opgeslagen. Is
er geen kaart geplaatst (op de LCD-monitor staat ), dan worden de opnamen
opgeslagen in het interne geheugen. Zet de camera uit voordat u de SD-
geheugenkaart plaatst of uitneemt.
1 Open de kaartklep.
2 Plaats de SD-geheugenkaart zodanig dat het etiket naar de
LCD-monitor gericht is en druk op de kaart tot deze vastklikt.
3 Sluit de kaartklep.
U verwijdert de kaart door deze in de door de pijl aangegeven richting te duwen
en uit te nemen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, hangt af van de capaciteit van
de SD-geheugenkaart of het interne geheugen en de geselecteerde
opnamegrootte en kwaliteit. (1blz. 19)
Reservekopie van de gegevens
In uitzonderlijke gevallen kunnen de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen,
onleesbaar worden door storing in de camera. Daarom wordt aanbevolen van belangrijke gegevens
een reservekopie te maken en deze naar een computer te downloaden of in een ander opslagmedium
dan het interne geheugen op te slaan.
Kaartklep
SD-geheugenkaart
1
2