Operation Manual

59
Opnamen maken
4
De weergave van de LCD-monitor verandert bij elke druk op de DISPLAY-knop.
Weergave aan
Bij het aanzetten van de camera verschijnen de
opnamegegevens.
1 Flitsfunctie 2 Drive-functie
3 Scherpstelfunctie 4 Opnamefunctie
5 Scherpstelkader
6 Kaart/intern geheugen
7 Aantal resterende opnamen
8 Datum en tijd
9
Indicatie batterijniveau
Histogramweergave
De helderheidsverdeling van de opname wordt
weergegeven. Langs de horizontale as van het
histogram staat de helderheid (donkerst aan de
linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs
de verticale as het aantal pixels.
1 Witbalans 2 Opnamepixels
3 Kwaliteitsniveau 4 Gevoeligheid
5 Histogram 6 Lichtmeting voor
automatische belichting
Rasterweergave
Er verschijnt een raster dat als hulp kan worden
gebruikt bij het bepalen van de beelduitsnede.
Weergave uit
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
In de autofocusfunctie verschijnt het scherpstelkader.
Als een van deze functies wordt gewijzigd, bijvoorbeeld
de flitsfunctie, verschijnt de gewijzigde functie enkele
seconden.
LCD-monitor uit
De LCD-monitor wordt uitgeschakeld.
In de functies C, + en X kan de LCD-monitor niet
worden uitgeschakeld.
Opnamegegevens weergeven in de opnamefunctie
De weergavefunctie opslaan 1blz. 76
10:25
1 0 : 2 5
10:25
04/25/2004
0 4 / 2 5 / 2 0 0 4
04/25/2004
11
11
11
51 2 3 4 6 7
89
11
11
11
AWB
AWB
2304
2304
2304
AWB
AUTO
AUTO
AUTO
23
1
654
Weergave aan
LCD-monitor uit