Operation Manual

Foto’s en video’s bewerken
102
4
Opnamen weergeven en bewerken
1 Tik in de weergavestand op de pictogrammen (qr)
om de opname te kiezen waarvan u de helderheid wilt wijzigen.
2 Tik op de LCD-monitor.
De [weergavewerkbalk] verschijnt.
3 Tik op het pictogram n icon.
Het [weergavepalet] verschijnt.
4 Dubbeltik op het pictogram h.
Het scherm Speciaal effect verschijnt.
Om de bedieningsaanwijzing op te roepen, tikt u één keer op het pictogram.
5 Tik op het pictogram [Helderh.filter].
Het scherm voor aanpassing van de helderheid
verschijnt.
6 Tik op het pictogram p of q
om de helderheid aan te passen.
U kunt het resultaat van de aanpassing
van de helderheid vooraf beoordelen.
U kunt ook de schuifregelaar op de helder-
heidsbalk naar de gewenste instelling slepen.
7 Tik op [OK].
Het scherm Speciaal effect verschijnt weer.
8 Tik op [Eind].
Er verschijnt een dialoogvenster voor keuze van de opslagmethode.
9 Tik op [Overschrijven] of [Opslaan als].
De opname waaraan het effect is toegevoegd, wordt opgeslagen.
Beveiligde opnamen worden automatisch opgeslagen als nieuwe bestanden.
De helderheid van de opname wijzigen (Helderheidsfilter)
OK
Helderheidsbalk